91 Volgens de Militarische Correspondenz (Berlin) van 15 October 1892 blijkt uit deze gegevens alleen dat het vraagstuk van het rookzwakke kruit nog niet voldoende is opgelost, om op gelijke hoogte te worden gesteld met het standpunt, dat de kleine kalibers reeds hebben ingenomen, daar het verkrijgen der groote snelheden te hooge gasspanningen vereischt. Ook hier weder zijn de gegevens aan gaande gebruikte kruitsoorten, projectiel- en ladingsgewicht, loop-, patroon- en projectiellengte enz. te beperkt, om te kunnen oordeelen over deze nieuwe geweren. Tot besluit van het overzicht betreffende het jaar 1892 worden nog eenige bijzonderheden omtrent het geweer Berthier van 7.6 mM. kaliber medegedeeld. Dit geweer heeft volgens de Engelsche bladen vele voordeelen boven het geweer Lee-Metford, vooral wat betreft ballistische eigen schappen, eenvoud van constructie en billijke prijs. De eenvoud van constructie blijkt vooral daaruit, dat het aantal samenstellende deelen slechts 40 bedraagt, terwijl de overige repeteer geweren ongeveer het navolgend aantal deelen bezitten Duitschland M/88 72 Denemarken M/89 zonder zij vizier 67 Engeland M/89 77 Frankrijk M/86 56 Oostenrijk-Hongarije M/88 69 Zwitserland M/89 67 Spanje M/92 70 Turkije M/90 77 Argentinië M/91 77. Het geheele sluittoestel dat zeer sterk is, bestaat slechts uit 8 deelen en heeft geene schroeven, terwijl storing in de werking bijna onmogelijk is. Zonder hulp van eenig werktuig kan de schutter het uitelkander- nemen en weder ineenzetten. Om de sterkte en het weerstands vermogen van dit wapen na te gaan, heeft men in Enfield de navol gende proef genomen. Men perste een kogel in den loop, ongeveer tot op de helft en vuurde toen met een patroon gevuld met 2.1 gr. kruit. De kogel bleef in den loop zitten, hoewel de gasdruk groot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 102