Ill het zwaartepunt naar achteren te verleggen, waarbij tusschen de aandrijvende hulpen en de teugelhulpen (beide doelmatig ondersteund door gewichtshulpen) de juiste verhouding dieDt te bestaan. Is deze aanwezig, dan zal het paard, telkens wanneer het een achter been onderbrengt, nageven aan den teugel, terwijl omgekeerd de terugwerkende invloed van dezen het ondertredende achterbeen zal belasten, hét daardoor meer doen buigen en, gevolgelijk aansporen tot vernieuwd krachtig afzetten van den grond. De schrijver zegt eindelijk, dat deze wijze van gaan echter slechts mogelijk is bij de noodige levendigheid en energie der beweging, zelfs in de meest verzamelde gangen. J. Van de velde. Naschrift. Het was aanvankelijk mijn bedoeling den inhoud van het geheele werk „System der Pferde-Gymnastiek" de revue te laten passeeren, de hoofdpunten daarvan te vermelden en waar het pas gaf in verband te brengen met anatomie en exterieur en ik was daarmede gereed. Ik heb echter daarvan afgezien en bepaal mij tot de inleiding gelijk die in dit opstel is besproken. Daarvoor bestaan twee redenenvoor eerst konden bij de volgende hoofdstukken van Plinzners werk mijn beschouwingen omtrent ontleedkundigen bouw en uitwendige lichaams vormen niet dien omvang en die beteekenis hebben als bij de inleiding; het oorspronkelijke zou dus van minder beteekenis worden. En ten tweede werd ik nu eerst bekend met de Nederlandsche vertaling eener vorige uitgave van Plinzner's System der Pferde-Gymnastiek door den heer Camerling Helmolt, waaruit mij bleek dat ik dikwijls zou moeten neêrschrijven wat men daar reeds in het Nederlandsch vindt. Mij dacht echter, dat er op grond van een en ander geen ter men bestonden vorm en inkleeding van dit opstel te wijzigen en dat de Nederlandsche vertaling, aan dit laatste zijn reden van bestaan niet ontneemt, aangezien de inleiding ongedwongen stof geeft om de anatomie en physiologie van den rug bij het rijpaard te bespreken, aan welk lichaamsdeel in het geheele werk van Plinzner zulk een bijzonder groote beteekenis wordt ingeruimd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 122