116 het met ons eens zijn, dat de commandant der voor Kota-Toewankoe verkennende cavalerie niets meer dan zijn plicht heeft gedaan met te rapporteeren, dat de versterking in front moest worden aangeval lendaar zij aan een dichten hoschrand en aan de lagune geleund was. De commandant der verkennende cavalerie moet in het oog houden, dat het oneindig beter is één goed bericht desnoods na verloop van een half uur te verzenden, dan een aantal onvolledige, elkander snel opvolgende, kleine berichten in den tijd van 15 a 20 minuten; de verkenning toch moet bedaard en zonder overijling plaats hebben, zoo noodig zelfs tot op het oogenblik, dat de colonne de zóne gena derd is, waar zij aan toevalstreffers bloot staat. Begrijpelijk is het, dat van af dit oogenblik niets de uitwerking van het eigen vuur in den weg mag staan, waaruit voor de verken nende cavalerie volgt, dat zij in tijds het front der eigen troepen moet vrij maken, door snel te verzamelen om gesloten stelling te nemen op een der vleugels der aanvalslinie. Op elke flank der vijande lijke stelling blijft slechts een kleine cavaleriepatrouille gevechts patrouille achter, met het doel 1®. Van iedere beweging des vijands bericht te zenden en 2 de uitwerking van het eigen vuur dus ook van het artillerie vuur na te gaan. Hoe de „Oud-hoofdofficier" den commandant van de voor Kota- Toewankoe verkennende cavalerie er een verwijt van kan makeD, „dat hij zich met de uitwerking van het artillerievuur inlaat" is ons een onoplosbaar raadsel. Zou ZHEG. dan gewenscht hebben, dat de cavaleriecommandant, die zag, dat de granaten te ver vielen, en totaal geen uitwerking hadden, hierover gezwegen had? Begrijpe, wie het begrijpen kan Aanbeveling verdient het om het gros der cavalerie niet te ver snipperen; het neemt bij voorkeur gesloten stelling op dien vleugel, welke het meest zijn optreden toelaat en welke het meest door den vijand bedreigd wordt. Zelf dekt het zich door een kleine patrouille op zijn open flank, terwijl het op den anderen vleugel der aan valslinie middels een kleine gevechtspatrouille tegen onverwachten aanval dan wel tegen omtrekking waakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 127