119 Bij nacht toch valt er op eigen verdediging van zelfstandige ca valerie tegenover den Inlandschen vijand niet te rekenen en wel. 1®. omdat de Inlandsche vijand, die het terrein volkomen kent, de cavalerie aan alle zijden kan bekruipen en overvallen 2". omdat de cavalerie voorzien is van een vuurwapen, dat niet tot stootwapen is ingericht; 3e. omdat wanneer het enkele vijanden gelukte met het blanke wapen tot bij de paarden door te dringen en deze uit elkaar te slaan, de verwarring volkomen zou zijn. Maar er zijn nog andere factoren, die eischen, dat verkennende cavalerie tegenover den Inlandschen vijand vóór het invallen der duisternis buiten 's vijands bereik is. Tegenover den Inlandschen vijand toch moet er dubbel gewaakt wor den. De nacht zou dus als het ware met de karabijn in de hand moeten worden doorgebracht, van rusten zou geen sprake zijn en deze dienst zou na de groote vermoeienissen en de groote inspanning aan de gehouden verkenning verbonden te bezwarend zijn. Daarbij komt nog dat het gehinnik der paarden een waakzamen vijand spoedig de plaats van het bivak verraadt en dat aan den eisch om eenige fourage ter verzorging der paarden mede te voeren en de aanwezigheid van eene goede gelegenheid om de paarden te doen drenken, dikwijls niet zal kunnen worden voldaan. Het zal dus wel geen verder betoog behoeven, dat zelfstandig verkennende cavalerie tegenover den Inlandschen vijand voor het in vallen der duisternis geheel huiten het hereik des vijandsdan wel binnen het bereik der eigen troe-pen moet zijn teruggekeerd. Beschouwen wij de werkingssfeer in de lengte nader ten opzichte van de veiligheid der volgende colonne, dan zien wij dat: Yerkennende cavalerie, tot een minimum sterkte van een peloton, een halve dagmarsch zelfstandig vóór de andere wapens, die hetzij volgen dan wel op hun standplaats blijven, kunnen verkennen. Yolgen de andere wapens de verkennende cavalerie, dan wordt de afstand tot de laatste bovendien kleiner en behoeft de cavalerie om voor de duisternis „binnen" te zijn, minder weg af te leggen. Maar wordt een opmarcheerende colonne op uren afstand vooruit door verkennende cavalerie voorafgegaan, die omtrent de aanwe- Dl. I. 1895. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 130