Het bleek toen, dat de duiven bij deze ruime keuze aan duiven-
boonen de voorkeur boven wikken gaven.
Een beter oordeel kon eerst worden geveld, nadat duiven, op ver
schillende wijzen gevoed, aan vluchtproeven konden worden onder
worpen. Daartoe werd een aantal duiven bestemd, welke ongeveer
van denzelfden leeftijd waren en onder dezelfde omstandigheden ver
keerden. Yan deze duiven werd een derde gedeelte afgezonderd en
langzamerhand geheel op Hollandsch voedsel gebracht; een ander
derde gedeelte werd op geheel Inlandsch ration gesteld, terwijl de
overblijvende gemengd voedsel kregen. Nadat deze verandering in
voeding geleidelijk plaats gevonden had, werd ze nog ongeveer
een maand voortgezet, waarna de vluchtproeven een aanvang konden
nemen. De duiven waren alle van zuiver Europeeschen oorsprong;
wel waren aan elk der groepen eenige Javaansche en gekruiste duiven
toegevoegd, doch deze werden al spoedig vermist, zoodat ze verder
buiten sprake kunnen blijven.
De te Halang genomen vluchtproeven in 1893 hadden het navol
gende resultaat:
Voedingswijze
Aantal vluchten.
Vermissingen.
Aanteekeningen.
1200
tot
1500
900
tot
1200
600
tot
900
300
tot
600
bene
den
300
Europeesch..
De proe
148
5.4
30.4
11.4
19.6
29
4.2
ven hadden
plaats over
afstanden
Gemengd.
126
11.9
51.5
23.9
11.1
1.6
van 5
82 KM.
Inlandsch
176
5.6
29.4
19.2
27.1
17.6
1.1
Bij de proeven werd o. m. opgemerkt dat duiven, die uitsluitend
Europeesch voedsel ontvangen, neiging vertoonen om bij terugkeer
van vluchten in andere hokken binnen te dringen, blijkbaar met het
Yluchtsnelheden
in M. per minuut in