152
wezenlijking. Ik geloof niet dat het kruis der Willemsorde de gele
genheid aanbiedt om daarop twee gekruiste zwaarden aan te brengen,
zooals bij de Oranje-Nassau-orde het geval is. Ik behoud mij echter
voor dit denkbeeld nader te overwegen.
Thans kom ik tot de rede van den geachten afgevaardigde uit
's Gravenbage, den heer Guyot. Dat de Regeering de plannen moet
verdedigen die zij zelve voordraagt, geef ik natuurlijk gaarne toe
maar dat zij zich ook zou gaan verdedigen omtrent voorstellen die
een of ander officier in eenig tijdschrift doet, zou, dunkt mij, wel wat
voorbarig zijn. Ik vermoed echter, dat het de bedoeling van den
geachten afgevaardigde is om er tegen te waarschuwen, dat men zich
in de door hem uit een tijdschriftartikel gereleveerde richting zou
gaan bewegen, en die waarschuwing aanvaard ik met de meeste dank
baarheid; ik kan er bijvoegen dat natuurlijk aan eene uitbreiding van
de buskruitfabricage in Nederlandsch-Indië op den hier bedoelden
voet zóó groote kosten zouden verbonden zijn, dat ik daartoe toch
niet zou kunnen overgaan, dan nadat de Wetgevende Macht daaraan
haar zegel zou hebben gehecht.
De heer Kerdijk: Wat in de Memorie van Beantwoording ons
is medegedeeld omtrent de pupillenschool te Gombong, noopt mij
nog eene nadere vraag te richten tot den Minister, en aan die vraag
een paar opmerkingen vast te knoopen.
Met groot genoegen heb ik gelezen wat 's Ministers ambtsvoor
ganger geschreven had aan deD Gouverneur-Generaal. Want volko
men beaam ik, „dat het pupilleukorps op den bestaanden voet niet
mag worden gehandhaafd", en dat de reorganisatie dient te worden
gezocht in de richting van „inkrimping van het korps, door de pu
pillen op later leeftijd dan thans geschieden kan, aan te nemen."
Met genoegen ook vernam ik, dat deze Minister bij den Gouver
neur-Generaal heeft aangedrongen op bespoedigde afdoening van deze
aangelegenheid. Maar mag nu uit die laatste woorden worden afge
leid, dat de Minister deelt in het gevoelen van zijn ambtsvoorganger,
niet alleen voor wat betreft de behoefte aan reorganisatie, maar ook
voor wat aangaat het verhoogen van den toelatingsleeftijd Dat zegt
de Minister niet met zoovele woorden, en toch zou ik er prijs op
stellen het te hooren.