155 jaar af tot en met het 18de jaar samen huizen en verkeeren. Wie op de griffie gelezen heeft het stuk van den helaas op Lombok gesneuvelden kolonel Lawick van Pabst, weet, dat ik, door te spreken van een bedroevenden toestand op zedelijk gebied, niet overdrijf. Want zie hier wat ik in dat stuk lees: „De ondervinding heeft geleerd, dat eene afscheiding noodzakelijk is, om, wat aangaat immoraliteit, pressie van de ouderen op de jongeren te voorkomen; maar ook omdat het zedenbederf der ouderen spoedig door de jongeren wordt overgenomen; een pupil van 10 jaren is, zoo niet door eigen ondervinding, dan toch door mededeeling van zijne kameraden, volkomen bekend met alle vormen van geslachtsonzedelijkheid, pe derastie niet buitengesloten. Alzoo acht ik de toelating bij het korps pupillen op zeer jeugdigen leeftijd voor de jongens zeiven zeer uadeelig; want hebben zij zich reeds in de kinderjaren door gesprekken als anderszins gemeenzaam gemaakt met de gedachte aan de meest ergerlijke onzedelijkheid, dan bestaat er gegronde vrees, dat de neiging om zich daaraan over te geven, allicht zich openbaart, wanneer zij de jaren van geslachtsprikkeling zijn ingetreden." Kolonel Lawick van Pabst rust thans in zijn graf op Lombok. Hij is commandant van de school te Gombong geweest. Hij heeft, naar mij door terreinkundigeu verzekerd werd, eerlijk beproefd om den Augiasstal schoon te vegen. Maar het is hem niet gelukt, omdat hij de oorzaak van het kwaad niet kon opheffen. Laat men dan nu aan zijne nagedachtenis hulde brengen, door de oorzaak van het kwaad, welke hij aanwees, zonder verder verwijl weg te nemen. De heer Bergsma, Minister van Koloniën: Wat de geachte afge vaardigde uit Amsterdam, de heer Kerdijk, ten aanzien van Gombong heeft gezegd, heeft zeer mijne aandacht getrokken, en ik aarzel niet te verklaren ook naar aanleiding van het rapport van wijlen den luitenant-kolonel van Lawick van Pabst dat ik er gaarne bij den Gouverneur-Generaal op zal aandringen den leeftijd voor de toelating van pupillen wat hooger te stellen. Of de grens zal moeten zijn tien of twaalf jaar, daaromtrent kan ik nog geen oordeel uitspreken, maar ook ik meen, dat jongens van 8 jaar niet moeten worden toegelaten. Ik denk echter niet aan de oprichting van een gouvernements-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 166