DE MARINIERS OP LOMROK.
Het is nog niet lang geleden dat uit de Marinebegrooting van
den toenmaligen minister Jansen bleek, welke plannen Z.E. had met
het Korps Mariniers. Een inkrimping, een andere indeeling en
werkkring werden voorgesteld, welke het resultaat zouden hebben,
dat 'sjaars een zekere som op het Korps zou worden bezuinigd.
We herinneren ons allen nog levendig, hoe deze plannen van den
minister aanleiding hebben gegeven tot geschrijf in couranten en
tijdschriften, en tot menig pittig artikeltje.
Nog 'levendig staat ons voor den geest de inhoud der brochure
van den Gepensionr eerden Generaal-Majoor van Braam Houckgeest, die
met zijn flinke, overtuigende woorden veel bijdroeg, om de kamerleden,
die uit den aard der zaak niet allen daaromtrent een vaste overtuiging had
den, te waarschuwen voor het gevaar dat het eenige in Holland uit
beroepsoldaten bestaande Korps dreigde
Gelukkig mochten èn officieren èn minderen, én zij, die de Mari
niers op prijs weten te stellen, zich over den uitslag verheugen.
Er werd in die voor het Korps zoo bange dagen veel geschreven
in elk artikel werden de verdiensten van het Korps geroemd en werd
het gevaarlijk geacht, in deze dagen van woelingen in de kolomen,
een korps goed gedisciplineerde vrijwilligers, die in tijden van nood
niet altijd voor het grijpen zijn, in te krimpen.
Menige voor de officieren vleiende volzin, menig hartig woord tot
de minderen werd toen gesproken. Dat deed ons goed, en als de
nood aan den man kwam, zouden wij dat waar maken
En de nood kwam, maar wij zouden helaas de gelegenheid tot
waar maken niet hebben. De nood was daar, toen in de laatste
Augustusdagen de verpletterende tijding kwam van den moord
op onze weinig kwaads vermoedende soldaten op Lombok.