176
Goesti Djilantik. Diens portret had eerst behooren voor te komen in die
aflevering, waarin zijne aanraking met onze troepen wordt beschreven*
door de thans gevolgde wijze wordt aan zijne persoonlijkheid meer gewicht
toegekend, dan zij wel verdient.
De op blz. 25 voorkomende type van een Europeesch soldaat is niet
vleiend voor onze dappere mennekes, terwijl de onderschriften bij de
illustraties op blz. 41 en 43 zeker niet overbodig mogen genoemd worden.
Zijn de volgende afleveringen als de eerste, dan zal het geheel een in
boeienden stijl geschreven lezenswaardig werk vormen, dat met volle
gerustheid aan een ieder kan worden aanbevolen en dat ongetwijfeld ook
door velen zal worden aangeschaft, die een dieperen blik wenschen te
slaan in het Indische krijgsmansleven en belangstelling voor dien krijgsman
gevoelen. Onze soldaten verdienen het!
Den schrijver kan evenwel niet genoeg voorzichtigheid worden aanbe
volen bij het gebruik maken van particuliere gegevens betreffende personen
en gebeurtenissen. Veel is er geschreven en ook door ooggetuigen verteld,
dat den toets der waarheid niet kan doorstaan en waarvan reeds een der
Nederlandsche geïllustreerde tijdschriften bij de beschrijving van een
heldendaad de dupe werd.
Zoo ook bestaat het zwaar versterkte wachthuis op den plattegrond
van Tjakranegara voorkomende slechts in de verbeelding.
X.