5e. verschillende passen voor oefeningen in den vorm van wed kampen. De generaal Lewal (l) zegt dat de (in 1876) voor Frankrijk geldende marsehpas van 65 cM. een weinig te kort is en dat hij wel tot 70 cM. kan uitgestrekt worden. De snelheid bedroeg 110 in de minuut, waardoor men 4290 M. in het uur kon afleggen. Hij beweert dat men het tot 5 KM. in het uur kan brengen, doch dan met kleine atdeelingen van weinig belaste, goed gevoede en goed gehuisveste troepen, zooals in kampen en bij garnizoensverwisse lingen. Deze voorwaarden worden te velde echter niet vervuld, en de marschen lijden daaronder. Zoodra de man belast wordt, wordt zijn pas korter en vooral langzamerhet is een noodzakelijkheid waaraan men zich moet onderwerpen. Pogingen om de marschen te versnellen zoude, wegens uitputting van den troep, tot terugkeer tot het oude dwingen. (2) Verschillende militaire schrijvers geven marschsnelheden ophet ge middelde van hun opgaven bedraagt 8600 M. in het uur. Meer kan men niet bereiken zonder de troepen uit te putten. Zoodra de manschappen belast worden, schijnen het verstand en de ondervinding aan te raden, om den marsch liever te verlengen dan te versnellen. Zoo kan men 28 KM. afleggen met een snelheid van 8600 M. Men besteedt dan daarvoor 7 uur 45', met de rusten 8 uur 55'. Legt men denzelfden afstand af met eene snelheid van 4000 M., dan besteedt men daarvoor 7 uur, met de rusten 8 uur. Men zou dus in het 2e geval bijna een uur winnen, doch deze winst dan ook betalen met meer achterblijvers en oververmoeidheid van den troep. (1) Lewal: „Tactique de marche." pag. 32 v.v. (2) Indische marschen worden normaal steeds ODder ongunstiger omstandigheden uitgevoerdde factor groote warmte is hier altijd aanwezig. Volgens generaal Wolseley, soldiers pocketbook pag. 324 „heeft de warmte een zeer sterken invloed op de „marschsnelheid, en wel zoo dat men 4 a 5 minuten per Engelsche mijl langer mar- „cheert als de thermometer van 67° tot 77° F. rijst, en het dubbele als daar nog „eens 10° bijkomt." Men heeft dan nog een voor Indië gematigde temperatuur. Over den noodlottigen invloed van het marcheeren in de tropen leze men ook Duncan: „The prevention of disease in tropical and sub-tropical campaigns" part I, chap VI, „marches."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 198