208 bij de eskadrons en bij de halve bataljons (wings) zijn ingedeeld, terwijl de Inlandsche officieren het bevel voeren over „troops" (halve eskadrons) compagnieën en onderdeelen daarvan vermeerderd werd door aan elk regiment een tweetal zoogenaamde probationers toe te voegen, d. z. officieren van het Britsche leger, die bestemd zijn voor het stafkorps en alvorens definitief daarbij over te gaan, eeu paar jaren bij een Inlandsch regiment op proef moeten dienen, om zich voor hunnen toekomstigen dienst te bekwamen. (1) In de jaren 18721876 werd zoowel door de Regeering in Indië als door het opperbestuur de vraag overwogen of de voorziening van de Inlandsche korpsen met Europeesche officieren geen verbetering noodig had, en of de materieele positie van de Inlandsche officieren en minderen overeenkwam met de eischen, die aan hen gesteld werden. Wat het eerste punt betreft, bleef de bestaande toestand behouden, doch wat het tweede punt aangaat, had het onderzoek ten gevolge dat de traktementen, soldijen, indemniteiten en pensioenen verhoogd werden en het aantal dienstjaren recht gevende op het hoogste pensioen vau veertig tot twee en dertig ja-ar teruggebracht werd. In 1878 brak de oorlog met Afghanistan uit, waaraan deelgenomen werd door korpsen van de legers van Bengalen en Bombay. De ondervinding in dien krijg opgedaan deed duidelijk aan het licht komen, dat de administratieve onafhankelijkheid der legers onderling, vooral wat betreft de verschillende voorzieningen en het transportwezen, zeer belemmerend werkte op de marschvaardigheid van den troep en daarbij zeer duur was. Deze omstandigheid, gevoegd bij den algemeen ongunstigen toestand der Indische financiën, was oorzaak dat eene enquête commissie werd benoemd, om te onderzoeken welke verbeteringen en bezuinigingen in het leger konden worden aangebracht. In het door die commissie uitgebrachte rapport werd, behalve op éene reorganisatie van het transportwezen, aangedrongen op de samensmelting der drie verschillende legers tot één uit vier legerkorpsen bestaand Britsch-Indisch leger onder het rechtstreeksch opperbevel van den Commander in Chief in India," die dan van het commando over het leger van Bengalen zou worden ontheven. Hoewel het Indisch Gouvernement zich geheel met dit voorstel (1) Sedert 1892 bestaat eene andere regeling1. Zie hierna.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 219