- 212 laste van den Lande, welke niet berusten op tarieven of reglementen. Naar aanleiding van de verkregen machtiging werden in 1889/91 de afzonderlijke intendance-, transport- en de kleedingdiensten der drie legers tot één vereenigd en geschiedde hetzelfde met deD Dienst der Militaire Gebouwen en Werken andere dan bepaalde verdedigingswerken die vóór dezen onder het Departemeut der Burgerlijke Openbare Werken hadden geressorteerd, doch nu onder militair beheer werden gebracht, met uitzondering nochtans van die, gelegen in kleine garnizoenen, waar geen genieoflicier aanwezig is en waar het Burgerlijk Departement, evenals vroeger, met de zorg daarover belast blijft. Tegelijkertijd werd bepaald dat de opper bevelhebber en de commandanten der legers van Madras en Bombay over sommige dienstaangelegenheden rechtstreeks met elkander zouden correspondeeren en dat eerstgenoemde, door het jaarlijks bijwonen en leiden van groote manoeuvres bij die twee legers, meer in persoon lijke aanraking met de daartoe behoorende troepen zoude worden gebracht. Eindelijk werd aan den opperbevelhebber, aan de comman danten der Madras en Bombay legers en aan de Controllers of Mi litary Accounts de bevoegdheid gegeven om tot een maximum bedrag per maand voor eerstgenoemden van 10000 ropyen, voor de tweeden van 2500 ropyen en voor laatstgenoemden van 1000 ropyen op eigen gezag en verantwoordelijkheid autorisatie te verleenon tot het doen van uitgaven die niet bij de voorschriften of bij tarieven zijn toegestaan, mits deze uitgaven: 1° niets onregelmatigs beoogen; 2" niet tengevolge hebben eeue blijvende verandering van bestaande reglementen3° voor ééns geschieden en 4° gekweten kunnen worden uit den betrokken begrootingspost. In 1893 eindelijk, werd machtiging gegeven tot opheffing van de Provinciale Departementen van Oorlog van Madras en Bombay. Zooals uit het voorgaande blijkt bestaat het Britsch-Indisch leger op dit oogenblik dus nog uit drie afzonderlijke legers, welke alle admiuistratief rechtstreeks staan onder het Militair Departement van het Gouvernement van Indië. Echter is ook thans nog de opperbevelhebber tevens commandant van het leger van Bengalen. De bevelhebbers der beide andere legers bezitten ook nog eene zekere mate van zelfstandigheidhunne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 223