216 huisvesting en kleeding, khaJci uitgezonderd. (1) Tot 1892 voor zag het Gouvernement alleen in de eigenlijke garnizoensuniform, door verstrekking op dracht, doch in laatstgenoemd jaar werd bepaald, dat behalve in zeer bijzondere gevallen, alle door den soldaat benoo- digde bovenkieeding die van kliaki vervaardigd uitgezonderd door den Staat wordt verstrekt en ook het eigendom van den Staat blijft in stede van, zooals vroeger, het eigendom van den man te worden, wanneer de termijn, die als drachttijd gesteld is, verschenen is. Deze termijnen zijn verlengd, voor zooveel laken goederen betreft, die in vele gedeelten van Indië weinig gedragen worden; met het oog op de verschillende klimaten kunnen de Comman- deerende officieren bij elke periodieke verstrekking andere kleederen tot een gelijk geldelijk bedrag verstrekken als anders aan laken goederen zou zijn besteed. Bij elk regiment cavalerie en bataljon infanterie is de quartermaster (een in den regel uit den onderofficiersstaud opgeklommen officier die echter geen disciplinary rank (2) bezit) belast met het beheer der kleeding en der vivres, zoomede met dat van de kazerneering, het kampmaterieel en de munitie. \óór 1889 werd de administratie der traktementen, soldijen, enz. bij de regimenten cavalerie en infan terie door een regimentspaijmaster gevoerd. In laatstgenoemd jaar echter werden de regimentspaymasters afgeschaft. De betaling der traktementen en soldijen geschiedt thans bij de infanterie en de cava lerie door de compagnies- of eskadronscommandanten en door den regimentsadjudant en bij de artillerie en de genietroepen door de batterij- en compagniescommandanten. Deze ontvangen de benoo- (1) Onder kleeding (clothing) verstaat men bij het Britsche leger alleen bovenkiee ding, hoofddeksel en schoeisel. Onderkleederen worden met den algemeenen naam van necessariesaangeduid. De man krijgt bij zijne indiensttreding als le uitrusting een zeker aantal van die nnecessaries'\ doch moet deze vervolgens voor eigen reke ning onderhouden en vernieuwen. Onder nkhaki" verstaat men eene bijzondere soort grijs geverfde katoenen stof, waarvan de voor den dienst te velde bestemde hoven- kleeding der in Britsch-Indië aanwezige militairen wordt gemaakt. (2) Disciplinary rankis de eigenlijke militaire officiersrang, d. i. de rang van den feitelijk militair gezag uitoefenenden officier van de vier hoofdwapens. De andere officieren zijn alleen aan die militaire rangen geassimileerd of bezitten titulaire (ho norary) militaire rangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 227