11 Zoowel de gekruiste als de Javaansche duiven werden nog eenigen tijd gebruikt om eieren van andere uit te broeden, totdat in Novem ber 1893 overbevolking van de til er toe noodzaakte zich van deze onbe trouwbare briefboden te ontdoen. Thans bewonen alleen zuivere Europeesche en Kreoolsche duiven de tilien in Atjeh en Malang. In een vorig opstel werd reeds vermeld, dat te Atjeh de postdui- vendienst zich in den vervolge alleen zou bepalen tot de nieuw op te richten lijn Oleh-lehSegli. De aldaar geplaatste tillen werden bevolkt met duiven van de opgeheven posten, met het doel om daarvan afstammelingen te verkrijgen, die op de nieuwe lijn zouden worden gedresseerd. Enkele duiven te Segli leverden kort daarop ongevraagd het bewijs, dat het verkrijgen van postgemeenschap mogelijk was; toen n. 1., na twee maanden in de nieuwe til te hebben vertoefd, de duiven werden losgelaten om rond te vliegen, werden er 14 vermist. Yan deze 14 waren er 5 naar Oleh-leh gegaan, zonder dat er natuurlijk van eenige dressuur in die richting sprake was geweest. Zij leverden tevens wederom het bewijs hoe voorzichtig men zijn moet met het bevolken van tillen met duiven van elders. Koesterde men aanvankelijk de verwachting, dat op 1 Januari 1893 de nieuwe lijn zou kunnen worden geopend en daarna de gemeenschap geregeld zoude kunnen worden onderhouden, door allerlei omstandig heden zag men zich in deze grootendeels bedrogen. Wel werden nu en dan berichten behoorlijk overgebracht en waren op de beide tillen somtijds meerdere duiven geschikt tot het overbrengen van berichten aanwezig, maar van eeue geregelde postgemeenschap is nog geen sprake. Uit de laatste rubriek van de hierbij gevoegde overzichten blijkt, waaraan de „ups en downs" zijn toe te schrijven. De verkregen resultaten mogen ons echter niet doen wanhopen vooreerst dient men in aanmerking te nemen dat men zoowel te Oleh-leh als te Segli moest wachten op de geboorte van een nieuw geslacht, zoodat, rekenende dat de dressuur eerst kan beginnen als de duiven 6 a 7 maanden oud zijn, de tijd waarover de proef loopt nog betrekkelijk kort is. Bovendien zijn de duiven op de lijn veelal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 22