254
Bij besluiten van 18 en 27 December 1813 benoemde de Souve-
reine Vorst eene commissie, bestaande uit de Heeren Mr. E.H.
Moorrees, voorzitter en Mr. C. A. Mollerus, I. H. Conradi, Graaf
L. Van Limburg Stirum, O Z. Van Sandick, P. Melvill van Carnbee
en C. Bijll, leden, welke onder het oppertoezicht van den Eersten
President van het Hoog Gerechtshof (Van Maanen), belast werd met
het ontwerpen van een Reglement van Krijgstucht voor de zee- en
landmacht, de samenstelling der scheeps- en verdere krijgsraden, de
manier van procedeeren, enz. Dat ontwerp zou met den meesten
spoed aan gemelden Eersten President worden gesuppediteerd, ten
einde door hem, met voordracht zijner Consideratiën aan den Souve-
reinen Vorst te worden overgelegd.
Moorrees, die van 18061810 lid was geweest der verschillende
commis8iëo, aan wie achtereenvolgens het vervaardigen van ont
werpen van militaire strafwetboeken was opgedragen, had genoeg
materiaal bijeen, om de nieuwe Commissie met spoed haar arbeid te
doen volbrengen. Reeds den 7en Februari 1814 werden door haar
zeven ontwerpen met een daarbij behoorend rapport aan den Eersten
President van het Hoog Gerechtshof ingezonden, en wel
le. een concept Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te water,
2e. een concept Crimineel Wetboek voor het krijgsvolk te lande,
3e. een concept Reglement of Instructie op de manier van proce
deeren voor het krijgsvolk te water,
4°. een concept Reglement of Instructie op de manier van proce
deeren voor het krijgsvolk te lande,
5®. een concept Instructie van het Hoog Militair Gerechtshof en
manier van procedeeren voor hetzelve,
6°. een concept Reglement op de discipline voor het krjjgsvolk te
lande,
7e. een gelijk concept Reglement voor het krijgsvolk te water.
Die ontwerpen zijn achtereenvolgens onderzocht door den Eersten
President en den Raad van State (1), die beiden hunne consideratiën
en advies uitbrachten, tengevolge waarvan de le, 3®, 4e, 5e en 76 ont
werpen, hier en daar naar die adviezen gewijzigd, den 10en Juli 1814
(1) Ook door de Commissarissen-Generaal van Oorlog en Marine, die evenwel geene
of weinig beduidende opmerkingen maakten.