263 Mijnheer de Redacteur, dat het voor de volledigheid der beoordeeling niet overbodig ware geweest, wanneer de beoordeelaar zich door het instellen van een eenvoudig onderzoek in staat had gesteld in zijn recensie op te nemen, dat eind 1894 (beter Augustus 1894), ook het tweede deel, even omvangrijk als het eerste, reeds geruimen tijd gereed was, en het derde in bewerking. Gelooft u niet met mij, dat door ook dit te vermelden, den lezer een andere maatstaf van beoordeeling zou zijn geschonken? Dan waren waarschijnlijk ook de vrij onduidelijke 2e en 3e alinea's der recensie wat duidelijker uitgevallen. Behalve deze onduidelijkheid heb ik nog een andere aanmerking, speciaal op de 3e alinea. De criticus gebruikt daar de uitdrukking „volkomen koud laten." Hij zegt niet, dat mijn werk hem koud laat, dit zou ook moeilijk gaan, wanneer men zich, hoe dan ook, verplicht ziet het „warm aan te bevelen" (4e alinea) maar het kan den een of ander, in 't alge meen „men" koud laten. Ik acht mij gelukkig ook in dit opzicht uw beoordeelaar beter te kunnen inlichten. Ik durf verzekeren, dat het werk zeer veel belang stelling ondervindt. Wil men een bewijs: ondanks in den loop van September 1894 aan ongeveer 225 leden van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen een exemplaar werd toegezonden, 100 aan het legerbestuur en 35 aan de Algemeene Secretarie, verkocht de firma Yan Dorp en Co. alhier, die half September 1894 in het bezit kwam van de op dat tijdstip beschikbare exemplaren, er tot den 14en Januari jl. alleen in Indië 52 exemplaren van, tegen den prijs van f 10 per stuk. Wijst dit niet op belangstelling? En nu laat ik alleen nog slechts de cijfers spreken, van andere documenten waarover ik beschik ken kan, gewaag ik hier niet. Overigens zag ik met verbazing, dat in een Indisch Militair Tijd schrift, over Indische krijgsgeschiedenis sprekende, de uitdrukking „volkomen koud laten" wordt aangetroffen, daarbij doelend op de krijgsgeschiedenis, zooal niet in 't algemeen, dan toch in 't bijzonder op den Java-oorlog van 182530.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 274