267 Is het waarlijk nog noodig Heer Redacteur zulk een uitspraak te weerleggen Zoo ja, laat ons dan de beweringen van den beoordeelaar eens ontleden. 1°. Ik ben tot oordeelen niet bevoegd, omdat ik slechts een gewonen cursus voor officier heb gevolgd. Ergo wordt vastgesteld de opleiding tot officier op een „gewonen cursus" is zóó gebrekkig, dat de van zulk een inrichting van onderwijs afkomstige officier, niet is gevormd geworden tot een op militair gebied tot oordeelen bevoegd lid der maatschappij. 2°. Aangenomen, dat het sub 1 vermelde waar is, dan ben ik kan het erger? tot heden toe in ontwikkeling niets vooruitge gaan; in de 15 jaar sedert mijn benoeming tot officier, van den „gewonen cursus", bleef ik even onmondig als ik aanvankelijk was. Ik vraag U in gemoede Keer Redacteur, geef ik niet zoo juist mogelijk den zin terug van hetgeen Uw criticus heeft gezegd Zoo ja, dan vraag ik in welken tijd leven wij Is het dan heusch nog van onzen tijd, dat men de geheele carrière van een officier laat beheerschen door de wijze waarop hij indertijd, vele jaren geleden, in het officierskorps werd opgenomen? Is voor de verdere ontwik keling en den bloei der krijgskundige wetenschappen alleen heil te verwachten van leerlingen van een hoogeren cursus? Zou, indien dit alles eens waar was, niet alle ambitie der arme „gewone cursianen" daardoor worden gedood? Ik stel deze vragen, omdat ik niet kan aannemen, dat men onbe kend zou zijn met hetgeen ik gedurende de laatste tien jaar verrichtte. Ik heb gedurende die jaren hard gewerkt Heer Redacteur, en het zij in alle bescheidenheid opgemerkt ook iets gepresteerdtoch wordt dit door den beoordeelaar genegeerd en mij mijn „gewonen cursus" voor de voeten geworpen, is dit wel oorbaar? Ten slotte nog één misschien onnoozele vraag, van waar kwamen de op krijgskundig gebied tot oordeelen bevoegde officieren, toen er nog geen hoogere cursus bestond? Maar 't is waar, de beoordeelaar stelt nog andere eischen aan den tot critiseeren bevoegden officier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 278