18 Een andere granaat verwondde 11 soldaten, weer een andere stelde 1 officier en 18 man buiten gevecht. Door hare aanzienlijke werking in de diepte, heeft de granaat kartets nog veel grootere uitwerking; vooral is dit het geval bij kamergranaatkartetsen. Waar echter troepen achter dekkingen moeten getroffen worden, schieten zoowel de granaatkartets als de gewone granaat in den regel in uitwerking te kort, omdat de vlakke banen van het tegenwoordig veldgeschut het in vele gevallen onmogelijk maken hen te treffen. In dit gebrek heeft men in den laatsten tijd trachten te voor zien door de invoering van granaten met brisante springladingen, die zoowel in den aanslag als op een bepaald punt, kort boven en vóór het doel gelegen, uiteen springen. De rugwaartsche werking valt echter tegen, wat niet wegneemt, dat men in Duitschland reeds 150 brisante granaten tegen 705 granaatkartetsen per batterij bezit. In het hoofdstuk „Organisatie" wordt vermeld, dat men tegenwoordig vrij algemeen op 1000 man infanterie of cavalerie, 4 a 5 vuurmonden behoeft. De toestand daaromtrent is op dit oogenblik, dat op elke 1000 geweren Frankrijk4.2 Duitschland4.8 Oostenrijk4.4 Italië4.1 Zwitserland4.1 en Nederland8.3 vuurmonden heeft. Voor reserveformatiën acht men bovendien 2 a 2.5 vuurmonden per 1000 man infanterie noodzakelijk. Hoe de Duitsche artillerie op den 16en Augustus 1870 bij Vion- ville Mars la Tour in het vuur gestaan heeft, blijkt uit de hierna volgende, ontzettende cijfers. Men bedenke hierbij dat de veldbatterij toen op het gevechtsveld eene sterkte had van 4 officieren, 62 onderofficieren en minderen, benevens 48 troepenpaarden, terwijl de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 29