292 Diet beoordeelen, maar wat de gewestelijke intendances betreft, zal ieder, die weet hoe het in de practijk toegaat, het met ons eens zijn, dat het hierbedoelde voorschrift een doode letter is. Onder de tegenwoordige omstandigheden is geen der gewestelijke intendanten in staat een studie van zijn gewest te maken, en het verzamelen van statistieke gegevens bepaalt zich tot het bijeenvoegen van eenige opgaven van de ambtenaren van het Civiel bestuur. Het gedeelte wat men in Nederland bijna uitsluitend tot den intendance-dienst rekent er gaan daar den laatsten tijd stemmen op om dien dieDst ook te ontheffen van het weinige administratieve werk dat daar thans nog bij behoort de verpleegdienst en de hierboven nader omschreven staf-werkzaamheden, behooren o. i. opgedragen te worden aan hen, die daarvoor eene speciale opleiding in Nederland hebben genotenvan zelf zou die intendance dan een meer werkdadig deel in de troepen verpleging gegeven kunnen worden en de voorbereiding tot de oorlogstoestanden, wat den verpleegdienst betreft, iets meer zijn dan een voorschrift, waarvoor iedereen het recht heeft de schouders op te halen. De quaestie, of legerverpleging en comptabiliteit kunnen samen gaan, is meermalen besproken, o. a. in de lezing van den Heer J. H. de Sauvage, kapitein-intendant, leeraar aan den intendance-cursus, in de Yereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap, op 27 April 1894, waarin hij de rede van den oud-intendant, afgevaardigde in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor Maastricht, de Ras, aanhaalt, die zich bij de behandeling der oorlogsbegrooting van 1894 als een beslist tegenstander van die samenvoeging deed kennen. Wij kunnen ons geheel met de zienswijze van dien afgevaardigde vereenigen, zooals hij die uiteenzette volgens het aangehaalde in hierbedoelde lezing. Wij lezen daarin op blz. 456 en 457 van het verslag „Met leedwezen en niet zonder eenige verwondering heb ik gezien „dat de Minister op eene vraag in het voorloopig verslag gedaan, om- „trent de onmogelijkheid waarin door de tegenwoordige organisatie van „8 April 1892, N°. 7, de kwartiermeesters gebracht zijn om tot hoo- „geren rang op te klimmen, geantwoord heeft, dat die mogelijkheid „niet was uitgesloten, omdat ook aan de kwartiermeesters de weg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 307