314 als de Britsch-Indische Regeering zelve, gedurende de zomermaanden te Simla en gedurende het koelere jaargetijde te Calcutta. Alleen de afdeeling remonte is permanent te Saharanpoer in Punjab gevestigd. 3°. Het leger van Bengalen. Hierbij kunnen de volgende onderdeelen worden onderscheiden: ade Opperbevelhebber van het Britsch-Indisch leger [Commander in Chief in Indiatevens bevelhebber van het Bengaalsche leger, met den hem toegevoegden persoonlijken staf; b. de staven en diensten (1) van het hoofdkwartier, andere dan de dien sten hiervoren bij de behandeling van het Militair Departement genoemd c. de districtsstaven; d. de garnizoens-of plaatselijke staven; e. de Europeesche korpsen; f. de Inlandsche korpsen. ad a. De Opperbevelhebber is een generaal van het Britsche leger. De hem toegevoegde persoonlijke staf bestaat uit: een militair secretaris (kolonel), een tolk (kapitein), drie adjudanten (luitenants), een Inlandsch adjudant (rissaldar majoor), een lijfarts (kapitein), drie adjudanten in buitengewonen dienst, een Inlandsch adjudant in buitengewonen dienst, een onderconducteur (warrant officer) toegevoegd aan den militairen secretaris. De dienstdoende Europeesche officieren behooren gedeeltelijk tot het Britsche leger, gedeeltelijk tot het Stafkorps. Tot adjudanten in buitengewonen dienst worden meestal benoemd volunteer-officieren. ad b. De staven en diensten van het Hoofdkwartier zijn de volgende 1°, de Generale staf verdeeld in twee afdeelingen: het Adjudant GeneraVs Department en het Quartermaster General's Department (2). (1). Sommige dezer staven en diensten hebben betrekking op het geheele Britsch- Indische leger, andere alleen op het leger van Bengalen. (2) Yolgens het bij het Parlement ingediende wetsontwerp betreffende de reorganisatie der Britsch-Indische legers, zal deze splitsing worden afgeschaft en den gansclien stafdienst onder den Adjudant General worden gebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 329