323 De reconvalescentendepóts voor de Britsche troepen liggen alle in de hoogere bergstreken. Ze zijn: Darjeeling in Bengalen; Naini Fal en Landour in de Noordwestelijke Provincie; Kasauli (bij Simla), Dalhousieen Murree in Punjab en Pachmarhi in de Centrale Provincie. Yoor deze depots bestaat de plaatselijke staf, behalve uit officieren ook uit eenige onderofficieren van het Britsche leger. In het geheel behooren tot den plaatselijken staf van het leger van Bengalen 61 Station Commanders (kolonel, luit.-kolonel en 1 Fort Commander (majoor), 65 Stafofficieren (kapitein en luitenant), 1 Fort Adjudant (kapitein), 1 Garrison Quartermaster (luitenant), 5 Commandanten der artillerie (luit.-kolonel), 63 Senior Medical Officers of plaatselijk eerstaanwezende officieren van gezondheid (hoofd officier en kapitein), 14 Executive Engireers of plaatselijk eerstaanwezende officieren der genie (hoofdofficier of kapitein), 2 Commissariat officer of plaatselijk eerstaanwezend intendance officieren (luit.-kolonel en kapitein), 28 kantonnementsmagistraten (hoofdofficier (1), kapitein of luitenant), 48 veldpredikers, 35 onderofficieren. ad e. De Europeesche korpsen. De korpsen van het Britsche leger, die bij het leger van Bengalen zijn ingedeeld, bestaan uit cavalerie, artillerie en infanterie, en wel 6 regimenten cavalerie, de staf der artillerie, 7 batterijen rijdende artillerie, 22 batterijen veldartillerie, 3 zware veldbatterijen, 7 batterijen bergartillerie, majoor). (1) De kantonnementsmagistraat is een officier van het Stafkorps, die belast is met de politie in het kantonnement en eene zekere rechtsmacht bezit over andere dan militaire misdrijven, welke in de kampementen of kantonnementen bedreven worden. (2) De formatie der Britsche en Inlandsehe korpsen, zooals die in de volgende blad zijden opgegeven wordt, is ontleend aan de Indian Army List van 1894 en wijkt af van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 338