325
1 generaal-majoor, commandant,
1 brigade-major (kapitein),
1 assist, adjud. gen. (kolonel, beiden toegevoegd aan den coram).
3 colonels on staff,
3 stafkapiteins,
16 luitenant-kolonels,
4 adjudanten (kap. of luit.),
1 artillerie-instructeur (Instructor in Gunnery) (1),
4 instructeurs in het rijden (riding masters) kapit. of luit. titulair,
1 inspector for ordnance, machinery, (kapitein), (2)
47 warrant officer en onderofficieren.
De formatie van eene batterij rijdende artillerie is als volgt:
1 majoor, commandant,
1 kapitein,
3 luitenants,
9 onderofficieren,
148 korporaals en manschappen (waaronder 76 kanonniers, 54
stukrijders en 6 bombardiers),
7 Inlandsche geleiders, (3)
169 paarden, (4)
5 trekossen.
De bewapening bestaat uit zes getrokken twaalf pond achterlaad
kanons.
De onderofficieren en kanonniers zijn bewapend met de sabel cavalerie-
model en de stukrijders met de Webleyrevolver.
De formatie der batterijen veldartillerie is:
1 majoor, commandant,
1 kapitein
3 luitenants,
9 onderofficieren
Dl. I 1895. 22
(1) De militaire rang van dezen instructeur wordt in de Army List niet genoemd.
(2) Deze inspecteur bezit geen disciplinary rank." Hij is belast met het toezicht
op de stoom- en andere machines in de inrichtingen tot vervaardiging van artillerie-
materiaal.
(3) Op voet van oorlog 9 geleiders.
(4) Op voet van oorlog 198 paarden.