329 1 luitenant-adjudant. Inlanders 3 officieren (1 Bubadar en 2 jemadars), 7 onderofficieren (haveldars), 103 korporaals (naicks en minderen). De regimenten cavalerie bestaan uit vier eskadrons, elk van twee troops. De formatie van elk regiment is: Europeanen 1 kolonel of luit.-kol., commandant, 4 eskadronscommandanten (luit.-kol. of majoor, soms kapitein), waarvan de oudste 2e commandant, 4 eskadronsofficieren (kapitein of luitenant), (1) 1 officier van gezondheid (majoor of kapitein). Inlanders 8 troopscommandanten, (2) 8 troopsofficieren (jemadars), 1 regimentsadjudant (woordie major), 608 onderofficieren en minderen. (3) De Inlandsche cavalerie is bewapend met Snider karabijnen. Vermits de Bengaalsche cavalerie Silladar ruiterij is, behooren daarbij geen rijkspaarden, doch zijn deze zoomede de kameelen (zie noot (3) hieronder) en de grassnijdersponies (pikolpaarden) het eigendom van het regiment. De formatie der bergbatterijen is bij vijf dezer als volgt: Europeanen 1 kapitein, commandant, 3 subalterne officieren (luits.). Inlanders 3 officieren (1 subadar en 2 jemadars), Van deze vervult één de functiën van Europeesch regimentsadjudant, die zoowel te velde als in garnizoen belast is met de administratie der soldijen, en één de functiën van quartermaster. (2) Deze dragen den titel van risaldar en ressaïdar, een der risaldars bezit meestal den titulairen rang van risaldar major en een der ressaïdars is woordie major. (S) Hieronder 8 kameelsowars (kameelruiters), 1 hoefsmidmajoor, 16 hoefsmeden, 1 salootrie (Inl. veearts) en 1 assistent salootrie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 344