331 8 compagniesoffieieren (luitenants), (1) 1 officier van gezondheid (luit.-kol), 1 warrant officer, toegevoegd aan het geniepark, 1 warrant officer, toegevoegd aan den superintendant van het onderwijs, 1 sergeant quartermaster 4 sergeant-majoors voor de compagnieën, 24 onderofficieren. Inlanders 23 officieren, (2) 1294 onderofficieren en minderen. De 63 bataljons infanterie van het Bengaalsche leger vormen 58 regimenten, waarvan 53 regimenten van een bataljon en 5 regimenten allen Goerkhas van twee bataljons. (3) Elk bataljon bestaat uit acht compagnieën. (4) De formatie van elk bataljon is als volgt: Europeanen 1 commandant (kolonel, luitenant-kolonel of majoor), 2 vleugel- (halve bataljons) commandanten (luit.-kol. of majoor, soms kapitein) waarvan de oudste 2e commandant, 5 vleugelofficieren (kapiteins en luitenants), (5) 1 officier van gezondheid (luit.-kol., majoor of kapitein). Inlanders 8 compagniescommandanten (subadar, waarvan één in den regel den titulairen rang van subadar major), 8 compagniesofficieren (jemadars), (6) 896 onderofficieren en minderen. (1) Hieronder één die de functiën vervult van quartermaster. (2) 1 subadar major, 7 subadars en 15 jemadarseen dezer laatsten is Inlandsch korps adjudant. (3) Omtrent het Jinkedzijn der regimenten (bataljons) (zie vorige aflevering). (4) Twee bataljons hebben ééne compagnie meer, bestaande uit Afridesde sterkte dier compagnie wordt nergens opgegeven. (5) Hieronder één die de functiën vervult van Europeesch regimentsadjudant en als zoodanig belast is met de administratie der soldijen en een die de funtiën vervult van quartermaster. (6) Hieronder één die de functiën van Inlandscli adjudant vervult.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 346