347 mijn oordeel hebben wij die voordeelen te schatten door te letten op den veel verbeterden indruk, dien de dienst in het leger maakt door een edeler gedragstandaard onder de soldaten, een indruk ook op allen, die buiten het leger staan. Wanneer ik dit zeg, mannen, is het mijne bedoeling niet van u te vergen, dat gij alle te verkrijgen deugden, als met één sprong bereiken zult, zonder dat ik daarbij acht zou geven op de toestanden, waarin ge leeft en de invloeden van allerlei aard, die u hier omringen. Yoor nu 32 jaar was ik zelf regimentssoldaat en weet dus van nabij met welke moeilijkheden en verzoekingen het leven van den soldaat omringd is, en daarom wensch ik hedenavond tot u te spreken als een soldaat tot zijne mede-soldaten. Het eerste punt, dat voor onze beschouwing in aanmerking komt, is het voordeel dat de Onthouders-vereeniging aan de mannen zelve aanbrengt. Welke loopbaan iemand ook kieze, er is geen beter middel om wel te slagen en vooruit te komen dan een onbesproken naam; de naam van iemand te zijn op wien men ten allen tijde en in alles betrouwen kan; iemand te zijn, die zijn plicht lief heeft en betracht. Om onder kameraden dien naam te verkrijgen, personen, die nauw toezien en scherp oordeel vellen, is zelfbeheersching het allereerste, dat een man zich heeft eigen te maken. Dit is eene hoofdzaak, en het verslag leidt er ons van zelf toe, om bij dit punt op bijzonderheden acht te geven. Wat de Court Martials aangaat, zie ik dat er in 1893 acht gehouden zijn voor Britsche soldaten. A-llen, wien de doodstraf dreigde, waren niet-onthouders. Bij de 1450, die voor de districts courts-martial terecht stonden, wareD slechts 34 geheel onthouders. Er waren 1150 regiments courts-martial en tegen slechts 39 leden der Yereeniging was eenige aanklacht. Er hebben dus in 1893 een getal van 2608 courts-martial plaats gehad, en niet meer dan 73 geheel-onthouders hebben zich daarvoor te rechtvaardigen gehad. Wij hebben dus geen schoolmeestershulp in te roepen, om te berekenen, dat, naar de sterkte des legers, percentsgewijs het aantal voor de geheel-onthouders 86,9 percent had kunnen zijn, terwijl het slechts 73 percent geweest is; een cijfer, dat u wel niet zal doen klagen, dat uw kapitein u een aandeel onthouden heeft, waarop gij aanspraak hadt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 362