349 De in dienst tredende soldaten verbinden zich in den regel voor zeven jaren; slechts bij enkele korpsen voor niet meer dan drie jaren, met vrijlating om den tijd voluit te dienen. Yele duizende soldaten keeren dus jaar aan jaar in het burgerlijk leven terug. Gedurende het laatste jaar was het aantal dergenen, wier diensttijd voleind was, niet minder dan 17,278 man. Dooreen genomen hebben deze mannen den leeftijd van 26 jaren bereikt, zoodat zij nog in de kracht des levens en meestal nog niet gehuwd zijn. Ieder man, die zijn korps verlaat, ontvangt wat hij als bezoldiging te goed heeft, wat tijdelijk in zijne behoeften voorziet en gelegenheid geeft om in het burgerlijk leven eene betrekking te zoeken. Hierbij mag echter niet uit het oog ver. loren worden, dat mannen, die vrijwillig en gedurende jaren in Indië of de Koloniën gediend hebben, voor eigenaardige moeilijkheden staan, om in burgerlijke betrekkingen plaats te vinden. Hierdoor hebben zij niet alleen billijke aanspraak op welwillende hulp, maar tevens is het geheel duidelijk, dat, wanneer niet, bijzondere pogingen gedaan worden om hun den terugkeer in het burgerlijk leven gemakkelijker te maken, het werkeloos laten van zoo velen het toetreden tot het leger impopulair zou maken en eene schande zijn voor den Staat. Het eenig doel, waarmede de Yereeniging voor nu negen jaren is opgericht, was om te gemoet te komen aan dezen staat van zaken en te zorgen voor eene gelegenheid om deze mannen in betrekking te breDgen tot werkgevers en heu te helpen aan zulke betrekkingen, als waarvoor zij de meeste geschiktheid bezitten. De Yereeniging heeft niet minder dan 73 vertakkingen in verschil lende steden, behalve het hoofdagentschap in Londen, die alle naar de algemeen vastgestelde beginselen samenwerken. De volgende tabel geeft het getal aan van de mannen, waarvoor door de Yereeniging een hun passende betrekking gevonden is. In het jaar eindigende 31 Maart 1886 174 1887 1888 1889 1890 1891 1892 470 1013 1462 1890 2097 2614

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 364