385 Doch wanneer en hoeveel zou dat wel kosten Eene nieuwe reeks gedachtenwisselingen werd geopend, een nieuwe papierberg gevormd. De eene geoeraal begrootte de onkosten op 4 millioen, een tweede op 5, een derde op 8 en een half millioen. De vlootvoogd, die 20 ramschepen vroeg en blijkbaar beter op zijne plaats was als eskadercommandant in een vliegenden storm dan op zijn bureel aan Goenoeng-Sahari, schatte de onkosten der ver plaatsing van den zetel van bestuur op 200 millioen gulden. Eenige jaren, nadat de betrokken bureelambtenaren zich op die onkostenberekening suf gestudeerd hadden, werd er andermaal een nieuw idee ter tafel gebracht. Bandong toch moest de plaats wezen, waar de Gouverneur-Generaal in oorlogstijd den schepter zwaaien zou. Wat nu daaromtrent later bepaald is, weten wij niet, doch het besluit, om te Bandong eeD groot militair kampement te doen ver rijzen, geeft stof tot denken. Ten slotte nog een enkel woord over de in de studie vaak genoemde benoodigde legersterkte. De schrijver heeft daarbij over het hoofd gezien, dat in oorlogstijd ons leger versterking kan erlangen van drie korpsen Madoereesche barisan, van het onafhankelijk legioen te Soerakarta en van onze schut- terskorpsen. X. Dl. I, 1895. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 402