399
De staf telt
1 commandant van het contingent (brigadier-generaal)
1 Assistant Adjudant General (majoor) chef van den staf, tevens
2" commandant. (1)
Een afzonderlijke plaatselijke staf, zooals bij de legers van Bengalen,
Madras en Bombay, wordt hier niet aangetroffen. (2)
Wel bezit elk garnizoen een staf, doch de hiertoe behoorende
officieren (plaatselijk militaire commandant en plaatselijk stafofficier)
treden tegelijkertijd op als commandant en troepenofficier van een
der ter plaatse aanwezige korpsen, zoodat zij onder de formatie daarvan
begrepen zijn. De regimenten cavalerie (lanciers), die alle vier een
zeker korpsverband bezitten linked zijn), bestaan uit drie eskadrons,
elk van twee troops. De formatie van elk regiment is als volgt
Europeanen
1 commandant (luit. kol. of majoor)
3 eskadronscommandanten (kapitein), waarvan de oudste 2e com
mandant-, (3)
4 eskadronsofficieren (4) (luitent.), waarvan een de functiën vervult
van Europeesch adjudant;
1 officier van gezondheid (luit. kol. of majoor)
1 apothecary (warrant officer).
Inlanders
14 officieren (1 risaldar major, 6 risaldars en 7 jemadars), waarvan
(1) Omtrent eene indeeling: bij het contingent van intendanten, genieofficieren,
inspecteurs van draagbare vuurwapenen of officieren van het materieel der artillerie
wordt in de Army List niets vermeld.
(2) De garnizoenen, waarover het contingent verspreid is, zijn Bolarum (hoofd
kwartier), .4 urangühadRingoli, EllichpurJalna, Mominabad en Saicheer.
(3) Ofschoon de formatie van elk regiment volgens de Army List 3 eskadrons
commandanten bedraagt, waren er op 31 Maart 1894 bij elk regiment in werkelijkheid
slechts twee aanwezig en werd het bevel over het 3e eskadron waargenomen door een
squadron officier.
(4) Behalve de volgens de organieke sterkte bij elk regiment behoorende 4 eska
dronsofficieren zijn daarbij meestal nog een of twee probationers ingedeeld.
Tot de werkelijk presente Europeesche officieren bij het 3e regiment lanciers behoorde
op 31 maart 1894 ook een majoor titulair (Inlander).