418 4 assistant chaplains en 1 chaplain on probation van de Pres byteriaan ache kerk (Church of Scotland). (1) Er zijn afzonderlijke Ecclesiastical Departments voor Bengalen, Madras en Bombay; de veldpredikers bij die legers worden door de respectievelijke gouvernementen benoemd. Hoewel niet tot het leger behoorende, verdienen hier nog vermeld te worden de officieren die in civiele betrekkingen in Indië werk zaam zijn. Het aantal dezer officieren is zeer aanzienlijk en zij zijn afkomstig zoowel van het Britsche leger (voornamelijk genie officieren) als van het Stafkorps. De officieren der genie bekleeden voornamelijk posten bij het Departement der Burgerlijke Openbare Werken, bij de geographische en topographische opnamen en bij de Munt te Calcutta en Bombay. Wijders treden zij op als leeraar aan de colleges tot opleiding van ingenieurs en opzichters, terwijis enkelen ook politieke betrekkingen bekleeden, als vertegenwoordigers van Groor-Brittannië aan de hoven der Inlandsche vorsten De officieren van het Stafkorps treden voornamelijk op in betrek kingen bij het Civiel Bestuur, (commissioner eu deputy commissioner) en bij de Rechterlijke Macht (districts aud session's judge) in de non regulation (2) provinciën en districten, als vertegenwoordigers van het Britsch gezag in de Inlandsche Staten, als districts- en af- deelingsehef der policie enz. enz. Eenigen zijn bij de opname geplaatst en een tiental zijn als adjudant of militair secretaris toegevoegd aan de Gouverneurs van Madras en Bombay en de luitenant-gouverneurs van Bengalen, de Noordwestelijke provincie en Punjab. Op 1 April 1894 waren 500 (3) officieren in verschillende civiele betrekkingen werkzaam. Eindelijk verdienen onder de strijdkrachten van Britsch-Indië nog (1) Katholieke veldpredikers worden in de Army List niet opgegeven. (2) Ouder „non regulation" provinciën en districten worden verstaan die gedeel ten van Britsch-Indië, welke na 1793 onder rechtstreeksch Britsch bestuur zijn geko men en waarvoor de verordeningen (regulations), die in dat jaar door den Generaal Lord Cornwallis in zake rechtspleging en belasting werden vastgesteld, niet of slechts ten deele van toepassing zijn verklaard. (3) Hieronder zijn niet begrepen de officieren van den Indian Medical Service en van den Veterinairen dienst, die in civiele betrekkingen werkzaam zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 430