419
Aan dit beginsel zijn twee voordeelen verbonden en wel:
a. Men schiet zich vlugger in.
b. Men zal er vaak voor behoed worden eene opzethoogte te
verlaten, die veel kans heeft, vrij goed te zijn.
Heeft men bijvoorbeeld met eene zekere opzethoogte een -f- schot
gekregen, dan kan men uit deze uitkomst geene andere gevolgtrekking
afleiden omtrent de ligging van het gemiddeld trefpunt dier opzethoogte,
dan dat het waarschijnlijk achter het doel is gelegen. Het kan er
echter even goed op kleinen als op zeer grooten afstand achter
gelegen zijn, eene grens is niet te bepalenwel weet men dat het
niet meer dan twee maal de LS50 vóór het doel ligt, want anders
zou er geen -j- schot verkregen zijn.
Had men echter met eene kleinere opzethoogte te voren een
schot verkregen, dan kan men al veel meer afleiden omtrent de
ligging van het gemiddeld trefpunt der laatst gebezigde opzethoogte.
Men weet namelijk, dat het gemiddeld trefpunt behoorende bij de opzet
hoogte, waarmede een schot is verkregen, zeker niet verder achter
het doel kan liggen dan tweemaal de LS60, en dat behoorende bij
de grootere opzethoogte dus niet verder dan tweemaal de LSs0 -j-
het verschil der afstanden van de beide opzethoogten. Hoe kleiner
het verschil wordt, hoe meer waarde men aan de grootste opzethoogte
kan hechten. Omgekeerd heeft ook het feit, dat met de grootste
OH een -j- schot is verkregen, invloed op de waarde die men aan
de kleinste kan hechten.
Wordt het verschil der OHn zeer klein, dan wordt die invloed zóó
groot, dat het, als men de ligging van het gemiddeld trefpunt van één
der opzethoogten wil weten, veel nauwkeuriger zou zijn, om niet alleen
acht te slaan op de schoten die werkelijk met die opzethoogte zijn
gedaan, doch aan te nemen dat voor alle schoten die opzethoogte is
gebezigd,
Heeft men bv. twee opzethoogten, die 10 M. verschillen, en met
de kleinste drie schoten, met de grootste één schot en 4 -f- schoten
verkregen, terwijl de LSB0 van het kanon, waarmede gevuurd wordt
25 M. is, dan is het, om de ligging van het gemiddeld trefpunt van
de grootste opzethoogte te leeren kennen, veel nauwkeuriger om te
redeneeren als volgt: