32 De dwarse buikspier, zijnde de vierde, heeft voor ons doel geen belang, daar hare werking hoofdzakelijk is, den last der ingewanden te dragen. Hierdoor blijven, gelijk Günther zegt, de andere buik spieren beschikbaar voor de bewegingen van het dier. De rugspieren voelen in gespannen (gerekten) toestand wel hard aan en samengetrokken rugspieren doen het ook, maar het verschil is toch in wezen zoo groot mogelijk, in dien zin dat de harde rug van den buckjumper te vergelijken is met de hardheid van uitge rekt (gespannen) touw, dat over een harde onderlaag is gespannen, de hard aanvoelende rugspieren van een paard dat steigert, met de hardheid van een dikke massieve pijp gomelastiek. Trouwens den indruk, welken een maximaal gecontraheerde spier geeft, bestudeert men het best aan de strekkers van zijn eigen ellebooggewricht, vooral wanneer de armspieren door gymnastiek, roeien, schermen of met gewichten werken zijn gestaald. Een volkomen tegenovergestelde rol spelen nu de rugspieren van het bokkende paard. Dit laatste maakt geen „Katzenbuckel", zijn rugspieren vervullen niet gelijk bij den buckjumper een lijdelijke rol, maar integendeel een zeer werkzame. Al kan een paard loopende bokken, niettemin is het een feit, dat op het oogenblik van uitvoering dezer manoeuvre de voorhand vast gezet wordt met hals- en schoftwervels als steunpunt der lange rug spieren. Deze laatste contraheeren zich maximaal en werpen daar door rug en bekken omhoog, wijl de lange rugspieren zich van ach teren vasthechten aan de inwendige darmbeenshoeken en, door tus- 8chenkomst van de kruisbeendarmbeens- en kruisbeenzitbeens-banden, zelfs aan het zitbeen. Ik heb de functie van de rugspieren bij deze beide vormen van verzet „buckjumping en bokken," slechts beschreven omdat het uitersten zijn en daarom zich het best leenen tot verduidelijking van hunne wer king bij de gewone bewegingen. Beschouwen wij nu nog eens van een anderen kant wat er gebeurt met rug en buik van den Rücken- ganger; immers dan weet men pas wat een Rückenganger is Plinzner zegt dat zulk een paard gaat met „elastischer Rücken- aufwölbung." Die Aufwölbuog moet men „Cum grano salis" opvatten, in dien zin dat het gewicht van den ruiter den rug zou doen door-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 43