433
sterkingen gingen opwerpen, om zich tegen de vijandelijke benden
te kunnen verdedigen.
Gedurig hadden er roofpartijen plaats, als het ware onde. de
muren onzer hoofdvestiging (in kampong Ateuh, m den nacht van
20 op 21 Maart, kampong Lohong 8 dagen later, op en groot en
pasar nabij de Misigit Raja in den racht van 18 op 19 Mei op de
Chineesche nederzettingen te Penajoeng en Anagaloeng) zonder da
de daders hunne gerechte straf bekwamen, aangezien het ome
bestuur de hulp van de militaire macht öf te laat, of m het ge ee
111 Had- om een voorbeeld te noemen - na den overval van het
transpost tusschen Ketapang üoewa en Kota Radja op 25 Novem ei
1881 de militaire macht de bevoegdheid gehad zelf maatregelen te
nemen, dan zou een kostbare tijd van des vcoi middags half zeven
tot elf uur niet te loor zijn gegaan en zouden meer dan waarschijn-
Ink de aanvallers in den val geloopen zijn van de door Lambaroe,
Anagaloeng en Kota Radja onmiddellijk na het gebeurde uit te zen en
militaire patrouilles. T ri«ai
Geen enkele militaire chef zou gelijkerwijs op den 16» Juli lb. 1,
toen de Atjehers bij hunnen aanval op de steenbakkerij en de Chineesche
nederzetting te Pngar Ajer, door het vuur van ons blokhuis en eene
Pango'sche patrouille veel gewonden bekwamen (40 zouden er geweest
zijn), nagelaten hebben, om die gewonden en hun helpers in e
omliggende kampongs te achterhalen.
Her zenden van patrouilles naar bedoelde kampongs bleef geheel
achterwege, ook nadat de kolonel Hans bij den adsistent-resident
van Groot-Atjeh met warmte het nut van zulk een maatrege
Evenzoo zouden in den nacht van 29 op 30 Maa.t 1882, toen
eene vijandelijke bende de kampong Lohong binnendrong en een razra
iD de huizen' van de aldaar wonende goudsmeden hield, onze troepen
stellig meer succes hebben gehad, als zij onmiddellijk op het hooren
schieten naar die kampong hadden kunnen ijlen, dan nu plaa.s
vond, nu zij eerst ter elfder ure op verzoek van den gouverneur
Pruijs van der Hoeven daar henen gingen.
Op grond nu van al die overwegingen verklaarde de kolonel Haus
Dl. I, 1895.