435 civiel gezag in één hand het mede noodig, dat aan de vijandig gezin den en maraudeurs niet slechts de vrije keuze van verblijfplaats, maar ook de vrije beweging in het door ons geoccupeerde gedeelte van Groot-Atjeh ontnomen werd, dat daarentegen de goedgezinde hooiden materieel door ons zouden worden gesteund en verder dat bij voortduring eene krachtige pressie op de hoofden zoude uitge oefend worden, die zich aan het Xederlandsche Gouvernement onder worpen hadden. Het afpatrouilleeren van de XXYI en de XXII Moekim, het als het ware dagelijks bezoeken van de geliefkoosde verblijfplaatsen van de maraudeurs en vijandelijke hoofden was daartoe eene uit drukkelijke voorwaarde. In die patrouilledienston toch werd van militaire zijde terecht het middel gezien, om aan de goedgezinde kampongbevolking het teloor gegane vertrouwen wederom in te boezemen en om daarentegen de ons vijandige elementen, als de persoonlijke vrijheid hun dierbaar was, te noodzaken, uit het door onze troepen bezette deel de wijk te nemen. Yoor die patrouilleeringen zou echter eene andere troepenlegering noodig zijn, zulk eene, die dagelijks de beschikking gaf over niet minder dan 800 man. Voor eene betere communicatie zouden bovendien eenige nieuwe transversaalwegen dienen te worden aangelegd, zooals die van Oleh- Karang naar missigit Lamteboh, van Lambaroe naar Melajoe of Pajaoe, terwijl van den weg Toengkoep Montassih verschillende toegangen tot de Oostwaarts er van gelegen kampongs zouden geopend moeten worden, evenals er van af Montassih over Panteh Karang en Lameh eene communicatie zoude moeten worden daargesteld met het Zuidoostelijk deel der XXII Moekim. Mochten, door het maken van al deze wegen en het actief optre den ODzer patrouilles, na verloop van enkele maanden de hier bedoel de streken wederom onder ons direct gezag zijn teruggebracht, dan zou de kolonel Haus willen doorgaan tot Selimoen, de bekende ver zamelplaats van alle ons vijandig gezinde Atjehers. Kon deze voorwaartsche beweging van uit Gle-Kambing in éénen coup beproefd worden eene manier, die met het oog op het moeie-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 452