34 maak noemenswaardig oorspronkelijk te zjjn. Ik ben eenvoudig com pilator, die verband brengt, of althans zoekt te brengen, tusschen africh ting, ontleedkundigen bouw en exterieur ter verduidelijking van de eerste, de dressuur. De omstandigheid, dat mijn beroep studie van anatomie en exterieur als mijn terrein aanwijst, zoomede het feit dat ik het voorrecht had als jong officier in Nederland rijonderricht te krijgen van een instructeur dien ik als zeer goed voor zijn taak berekend beschouw en als meer dan alledaags goed ruiter, maakt dat ik de gegevens meen te bezitten om de genoemde onderwerpen in verband met elkander te be schouwen, waarbij dwaling geenszins is uitgesloten. En het is mijn overtuiging, dat studie van anatomie en exterieur met betrekking tot de rijkunst voor hen die rijden van groot gewicht is en voor africhters en instructeurs zou ik haast zeggen onontbeerlijk. Toch wordt er weinig in die richting gedaan. Ik erken gaarne, dat studie van ontleedkunde voor iemand, die niet jaren lang op het kadaver de spieren heeft geprepareerd en ettelijke malen heeft hooren demonstreeren (gelijk een veearts), moeielijk en zeer dor is. Er zou voor een cavalerie-of artillerieofficier, om zich goed op de hoogte te stellen, haast niets anders op zitten dan een cursus in de anatomie aan de veeartsenijschool te volgen. Ik hoor u al lachen! Laat ik u dan echter opmerken, dat een van de beste ruiters in het zadel in Nederland, en op wetenschappelijk equestrisch gebied vrij zeker de meest ontwikkelde, de tegenwoordige Inspecteur der cavalerie, het als kapitein der artillerie in Utrecht in garnizoen zijnde, gedaan heeft. En hem is ook de studie van Güother's Myologie des Pferdes geenszins vreemd, een boek trouwens dat, ofschoon het al dateert van 1866, nog ongeëvenaard is door de prachtige, heldere uiteen zetting van de werking der spieren. Maar hoe het ook zij, dit te doen (een cursus in praetische anatomie te Utrecht volgen) is met den besten wil voor de meesten onuitvoerbaar. Dan blijft als minder goed, maar toch nog zeer bruikbaar middel over de studie van preparaten van papier mache, welke echter, het geheele paard weergevend gelijk aan de academie of in de garnizoensbibliotheek te Salatiga (1), van wege hun (1) Te Salatiga in garnizoen zijnde, was mijn voornemen het paard van papier maché te benutten om voor mij zelv en en eventueel voor anderen studie te maken van de spieren in verband met de africhting. Met goede voornemens is, zooals men weet, de weg naar de hel geplaveid. Ik was zoo overladen met bezigheden, alsleggers extirpeeren en bijtwon- den genezen, om nog niet eens te spreken van den kwaden droes, dat er niets van gekomen is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 45