453
der artillerie W. Hemmes als Commissaris op. In de 2« Tacature werd
niet voorzien.
Het reservefonds, dat 1 Januari 1894 bedroeg f 67.01, was den lcn
Januari 1895 groot f 72.47.— Bijzondere uitgaven werden niet gedaan.
Op verzoek van den "Wd. Directeur worden diens handelingen na de
overname van het Directeurschap door de vergadering goedgekeurd.
De Wd. Directeur deelt daarop mede, dat is ingekomen een voorstel
van het lid C. de Waal tot reglementswijziging. Aangezien evenwel
ingevolge Art. 7 van het Reglement dergelijke voorstellen vóór 1 Decem
ber moeten worden ingediend, wat in casu niet het geval is, kan liet
op deze vergadering niet worden behandeld. Het voorstel zal dus eerst
door het op deze vergadering te kiezen Bestuur in behandeling worden
genomen.
Thans wordt overgegaan tot de keuze van een nieuw bestuur, waarvan
de uitslag is, dat worden gekozen:
tot DirecteurE. Lankhout.
tot Commissarissen: P- Wiersma.
W. Hemmes.
De kapitein Wiersma niet aanwezig zijnde, neemt de Directeur op zich,
den uitslag der stemming mede te deelen. (Evenals de andere bestuurs
leden, verklaart ook de kapitein Wiersma zich, na zijne terugkomst te
Batavia, bereid, als Commissaris op te treden.
Het bestuur deelt thans mede, dat het met de voorstellen van het lid
C. de Waal, welke ten doel hebben betere controle uit te oefenen op
den ouderdom der ingeschreven paarden, niet geheel kan meegaan. Het
stelt zich voor deze voorstellen door den druk aan de leden bekend te
maken, en daarbij tevens de noodige toelichtingen en eventueele voor
stellen te voegen; de leden buiten Batavia zullen dan schriftelijk van
hun gevoelen kunnen doen blijken, en zal in de volgende algemeene
vergadering over de voorstellen worden beslist.
Yerder niets aan de orde zijnde, en ook geen der aanwezige leden
meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten.
De Directeur,
E. Lankhout.
Sociale toestand der officiersgezinnen.
In eene memorie betreffende de officieren van het Nederlandsch-Indische
leger, in opdracht van den Minister van Koloniën samengesteld door Dr.
P. van Geer, komt o. m. een statistiek voor, omtrent den socialen toestand
der gezinnen van actieve en gepensionneerde officieren van dat leger.