467 lems binnen de benteng gekomen en schoot onmiddellijk een op hem aanstormenden Atjeher neer en deed nog verscheidene schoten met zijn revolver. Hij kreeg een klewanghouw over den voet en een over de borst, welke laatste afstuitte op zijn horloge en een gevuld doosje lucifers, verder nog een schampschot langs de rechter borst en een langs den rechterschouder. De artilleristen waren bijna allen hun post ontloopen; zooals zij later bij het gehouden onderzoek verklaarden, omdat zij dachten, toen zij het vervaarlijk schreeuwen en schieten in de versterking hoorden, dat hunne hulp misschien hoog noodig was. Ter wille van hunne betoonde dapper heid werd hun dit eigenaardig gedrag vergeven. Zij waren regelrecht door de gemaakte bressen de versterking binnengeloopen. De Europeesche kanonnier le klasse van den Berg, N°. 62665, die een geweer van een gesneuvelde opgeraapt had, kwam nog juist ter rechter tijd, om den luite nant Willems, die handgemeen was met twee Atjehers, waarvan een ge wapend met klewang, de andere met geladen geweer, te ontzetten. Deze kanonnier rende den met klewang gewapende met de bajonet dcor den buik, die tegelijkertijd een hevigen slag op het hoofd kreeg van den luite nant. De andere, die op hoogstens twee pas aangelegd had op den offi cier, schoot ontzet zijn geweer af, doch miste en sloeg op de vlucht. Deze koelbloedige kanonnier, vreezende onbekend te blijven, aangezien de luitenant Willems eerst sedert twee dagen te Melaboeh was, nam de militaire houding aan en zeide bedaard zijn naam en stamboeknummer. De Europeesche kanonnier Cannegieter, niet zoo gelukkig om dade lijk een geweer te vinden, ging met de handen een gewapenden Atjeher te lijf. Deze werd geworgd, doch de kanonnier was aan beide handen verminkt. Behalve deze verwondingen kreeg hij nog eenige schoten, zoodat hij totaal zeven wonden had. (Hij genas spoedig en keerde met pensioen huiswaarts.) Nadat de benteng Sjech Daoed gezuiverd was van vijanden, nam de colonne Willems stelling in den N. O. saillant; de colonne Schütt onmiddellijk daarnaast achter de Oosterface. Den vijand werden salvo's achternagezonden. Nauwelijks had de luitenant Schütt eenige salvo's gecommandeerd, of hij werd wederom gewond door een schot dat den rechterarm verbrij zelde. Op last van den commandant Krull begaf hij zich onmiddellijk naar de ambulance.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 484