468 Een oogenblik later werd de kapitein Krull eveneens getroffen door een kogel, die den rechterarm verbrijzelde. Na verbonden te zijn, behield hij nog het commando tot 9 uur, toen bloedverlies hem zoo had' verzwakt, dat hij naar de benteng Melaboeh moest terugkeeren. De 2e luitenant Willems nam toen het commando op zich. De vijand, die zooals later gebleken is, vele dooden en gewonden had gekregen, welke behalve in, ook buiten de versterking in de onmiddellijke nabijheid der Oosterface lagen, had zich genesteld in de aangrenzende benteng Hadji Sarong en in de vele loopgraven en putten, die zich vóór de Oosterface bevonden en onderhield van daaruit een hevig vuur op de onzen. Herhaalde malen had de kapitein Krull door den Europeeschen fuse- Baade, die zich vrijwillig aanbood, doen beproeven, om het versterkte huis, tusschen Hadji Sarong en Sjech Daoed, in brand te steken. Genoemd fuselier moest daartoe met een brandende pekkrans in de hand op den buik vooruitkruipen en bij het huis gekomen, zich snel oprichten, den krans op het dak trachten te werpen en terugkeeren in een put achter de Oosterface gelegen, waarin de sectie, waartoe hij behoorde in stelling lag. Drie malen deed hij een vergeefschen tocht. De pekkrans brandde niet door. Tegen 98/4 uur ongeveer, juist toen de kapitein Krull het commando had moeten overgeven en naar de benteng Melaboeh was terug gegaan, deed de vijand luid gillende een klewangaanval op de Oosterface. Deze aanval werd door salvovuur afgewezen. Zij waren bij dezen aanval zoo dicht genaderd, dat een Atjeher stervende op den wal van de Oosterface werd achtergelaten. De 2e luitenant Willems, die na het vertrek van den kapitein Krull het commando op zich had genomen, vroeg nog eenmaal een vrijwilliger, om het bewuste huis in brand te steken. Was dit huis vernietigd, dan zou men een goed uitzicht krijgen over Hadji Sarong. De Europeesche fuselier Baade, die zich wederom aanbood, werd afgewezen, omdat hij reeds een schampschot langs de borst had gekregen bij zijne pogingen, en daarentegen het aan- bod van den Europeeschen sergeant Warkentin aangenomen. Dezen ser geant gelukte het, het atappen dak in brand te steken. De vijand verliet toen het brandende gebouw en aangrenzende loopgraven en na eerst nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 485