469
eenige minuten hevig geschoten te hebben, werd ook Kota Hadji
Sarong door hem verlaten.
De heer de Neve had langzamerhand een aantal bevrienden ver
zameld, die hij persoonlijk had opgespoord in hunne bentengs. Aan
gezien onze (och reeds kleine troepenmacht door de zware verliezen
aanmerkelijk gedund was, weigerde de heer de Neve iedere dekking
en doorkruiste hij het omliggend terrein gewapend met slechts een
revolver.
De bevrienden waren met veel moeite door den heer de Neve
overgehaald, de genomen benteng Sjech Daoed te bezetten, toen een
panglima, die met hem sprak, door een schot in het hoofd sneuvelde.
Dank zij de kalmte en den moed, die de heer de Neve aan den dag
legde, werd voorkomen, dat de bevrienden aan den haal gingen. Om
11 uur ongeveer namen zij de benteng Sjech Daoed in bezit en kon
de bezetting van Melaboeh huiswaarts keeren.
Onder degenen, die zich onderscheidden, behoorden ook de Inlandsehe
fuselier Alie N°. 25231, die ofschoon een klewanghouw over het hoofd
hebbende, welke later bleek 9 cM. lang te zijn, verzocht te mogen blijven,
toen hem de 2e luitenant Willems naar de ambulance zond, zeggende,
dat hij nog best kon meevechten en de bezetting (23 man) reeds zwak
genoeg was. Hij bleef tot aan het einde in stelling.
Eveneens behoort' genoemd te worden de Inlandsehe fuselier Siman
N°. 34392, die zich vrijwillig aanbood eene deur, die openstond, en door
welke opening hevig geschoten werd, te gaan sluiten en dit ook deed
zonder zijne bedaardheid te verliezen onder het hevige op hem geconcen
treerde vuur des vijands.
Onze verliezen waren dien dag:
gesneuveld 3 minderen,
levensgevaarlijk gewond 4 minderen, waarvan 2 binnen de 24 uren
aan hunne wonden overleden,
zwaar gewond 2 officieren en 9 minderen,
licht gewond 7 minderen,
randjoe wonden 2 id.
De verliezen aan 's vijands zijde waren28 doodeD, die door hem
achtergelaten waren, terwijl buit werden gemaakt:
2 geladen kanonnen,