477
Feitelijk was deze berekening niet noodig om te zien dat men
geen correctie moet toepassenmen kan namelijk redeneeren als volgt.
Beschouwt men het -f- schot met Gr als niet gedaan, dan is de meest
waarschijnlijke kans voor een schot met K gelijk aan 1/2; het
schot met G1 vermindert die kans en dus is zij kleiner dan 1/2.
Beschouwt men echter het -f- schot met Gr als te zijn gedaan met K,
dan is de invloed van dat -j- schot op de kans om met K een
schot te krijgen te groot; men vindt dan voor die kans x/3, deze
is te klein, en dus kan men al direct zeggen dat de meest waar
schijnlijke kans, om met K een schot te krijgen, ligt tusschen 1js
en x/2 en dat dus geene correctie moet worden aangebracht.
Wij hebben die berekening echter uitgevoerd, omdat zij later toch
nog eens zal moeten worden toegepast.
3e. Met K is verkregenjf-. Met Q- -j-.
De kans voor een schot met K ligt tusschen x/4 en 1/3, volgens
gelijke redeneering als boven dus corrigeeren wij met:
(x/4 x Va)-
4e. Met K is verkregen1jMet G1 -j—
De kans voor een schot met K ligt tusschen x/4 en x/5, dus
moet men corrigeeren
Vs <xlU-
5®. Met K is verkregen1Met G
x/2 x 2/8 dus corrigeeren wij niet.
6e. Met K1Met G
213 x s 14 dus nog geen correctie.
7°. Met K1Met G
2la <x Va-
Om hier te kunnen beslissen, moeten wij de meest waarschijnlijke
waarde van x bepalen volgens de onder 2e gevolgde methode. De
zelfde letters bezigende als boven, heeft men
a. Yoor het veldkanon (afstand 1200 M.).
W X" (1—X) (1—x p)
x X" (1 x) (1—x p)dx
p
f, (x) x p) x3 (4—5x) x" (1—x) o,
(4—5 x) (1x p) x (1— x) o (x o maakt den teller o)
10 5p 1;A 4 4 p 25 p2
X— 12 144