485 het gemiddeld trefpunt der tusschengelegen opzethoogte, en neemt aan dat deze ligging bepaald is uit een aantal schoten (met die laatste opzethoogte gedaan) gelijk aan het aantal dat in werkelijkheid met K en G samen is gedaan. Is bijvoorbeeld verkregen K Gf dan moet met 121 2 M. worden gecorrigeerd. De meest waarschijnlijke ligging van GTk ia zooals boven werd bewezen bij het veldkanon op 0.52, bij het bergkanon op 0.50 X LS30 vóór het doel, dus die van het gemiddeld trefpunt van eene opzethoogte voor een 121/2 M. grooteren afstand respectievelijk op 0.24 X LS50 achter en op 0.05 X LS50 vóór het doel. Waren deze liggingen uit 6 schoten bepaald, dan zouden van die 6 schoten bij het veldkanon 2 a 3 en 3 a 4 -f- gevallen moeten zijn, bij het bergkanon 3 en 3 -K Had men waargenomen K en 0 H(-dan zou men eveneens overgegaan zijn tot de tusschengelegen opzethoogte; de meest waarschijnlijke ligging van het gemiddeld trefpunt dier opzethoogte is in het doel; nemen wij aan dat die ligging bepaald is uit 4 schoten, dan zouden dus van die schoten 2 en 2 gevallen moeten zijn. In beide gevallen hecht men te veel waarde aan de gebezigde opzethoogte; de meest waarschijnlijke ligging toch van het gemid deld trefpunt dier opzethoogte is niet bepaald uit 6 of 4 schoten met die opzethoogte zelve gedaan, maar met andere voor afstanden die er I2V2 van verschillen. Tot het verkrijgen van een zelf den regel zullen wij, bij het doorvuren met de opzethoogte liggende tusschen K en Gr, aannemen, dat de waarde die wij aan de opzethoogte moeten hechten, even groot is als die, welke wij hechten aan eene opzethoogte waar 2 en 2 schoten mee zijn verkregen. Wij voldoen dan ongeveer aan alle gevallen. Dit in aanmerking nemende, corrigeert meD, wanneer minder dan 1/4 der schoten in eene zekere richting vallen. Heeft men bij het inschieten eene der nauwe grenzen overschreden, en vuurt men door met eene opzethoogte die slechts 25 M. van eene der oorpronkelijke nauwe grenzen verschilt, dan kan men dezen zelfden regel aannemen, niet echter wanneer men meer dan eens met 25 M. is moeten terug- of vooruitgaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 502