487
Door tweemaal halveeren zoekt men twee opzethoogten die 25 M.
verschillen en waarvan de een een de ander een schot geeft.
Men herhaalt het schot van de laatst gebezigde opzethoogtevalt
dit in dezelfde richting als het vorige, dan gaat men over tot de
andere nauwe grensvalt ook dit in dezelfde richting als het vorige
met diezelfde opzethoogte gedaan, dan begint men het voortgezette
vuur met de tusschen deze beide ingelegen opzethoogte.
Yalt het tweede schot met eene der nauwe grenzen niet in de
zelfde richting als het vorige, dan doet men, de grensschoten mede
gerekend, 6 schoten. Vallen er hiervan slechts twee in eene zekere
richting, dan corrigeert men met 121 /2 M. als die correctie leidt tot
de tusschen de nauwe grenzen ingelegen opzethoogte. Geeft zij
aanleiding tot het overschrijden van eene der nauwe grenzen, dan
corrigeert men niet.
Vallen er van die 6 schoten 5 in eene zekere richting, dan moet
men eene der nauwe grenzen overschrijden en corrigeert met 25 M.
Valt het volgende schot niet in diezelfde richting, dan begint men
het voortgezette vuur met die laatst gebezigde opzethoogte. Valt het
weder in dezelfde richting, dan zoekt men op nieuw twee nauwe
grenzen door telkens met 25 M. vooruit of terug te gaan.
Bij het voortgezette vuur corrigeert men als minder dan J/4 der
schoten in eene of andere richting vallen, daarbij alle met die op
zethoogte gedane schoten mederekenende, terwijl men tevens aanneemt
dat, als het vuur wordt voortgezet met eene der nauwe grenzen,
de laatste zes schoten zijn gedaan met die opzethoogte en dat, als
het vuur niet met eene der nauwe grenzen wordt voortgezet, met de
gebezigde opzethoogte 2 en 2 schoten zijn waargenomen.
Wij zullen, alvorens deze beschouwingen te eindigen, nog even
de hier vooropgestelde beginselen vergelijken met die, welke in den
Ootwerp-Leidraad zijn gehuldigd.
In de eerste plaats wordt daarin geene rekening gehouden met
uitkomsten verkregen met andere dan de gebezigde opzethoogten
iets wat trouwens nog nooit in éen der voorschriften voor het
schieten werd gedaan. De voordeelen om dit wel te doen werden
boven reeds betoogd; waarom zou men verkregen resultaten niet in
aanmerking nemen, als zij kunnen leiden tot eene spoedigere en