EEN KIJKJE IN DEN VREEMDE.
Zonder voorbij te zien, dat elk legerook in zijne wetten en bepalin
gen zich zooveel mogelijk moet afspiegelen in den aard en het karak
ter van het eigen volk, dat dus om eens een voorbeeld te stellen, een
Nederlandsch-Indisch leger niet wel te beheeren is met een stel Ru-
meensche legerwetten, lijkt het ons evenzeer verkeerd zich al te eng in
eigen huis op te sluiten en de oogen moedwillig dicht te houden
voor het goede, dat bij den buurman waar te nemen valt.
Deze gedachte beheerschte ons, toen wij enkele dagen geleden bij
brief een verzoek deden aan den ons totaal onbekenden Belgischen
Minister van Oorlog, of wij niet van Zijne Excellentie eens zouden
mogen vernemen, welke bepalingen al zoo van kracht zijn op het stuk
van „bevordering der officieren van het Belgische leger."
Op deze vraag nu ontvingen wij het navolgende, hoogst welwillende,
heusche antwoord:
Ministère Bruxelles, le 16 Mars 1895.
de la Guerre.
2® Direction.
le Sous-direction.
1® Bureau.
N°. 39/511.
Réponse a une lettre
du 6 février
1895.
Monsieur le Colonel!
Comme suite a la demande contenue dans votre lettre
rappelée en marge, j'ai l'honneur de vous faire parvenir
une instruction générale sur les inspections annuelles,