532 De jaarlijks in te dienen staat van de officieren, die bevordering mogen maken, bevat rubrieksgewijze namen en voornamen, rangen, leeftijd, geboorteplaats, afgelegde examens (een kapitein 2e klasse wordt bijvoorbeeld geen kapitein commandant, wanneer hij niet daarvoor met goeden uitslag een examen afgelegd heeft), militaire kundigheden, gedrag en wijze van dienen, opgelegde straffen in het laatst verloopen jaar en gevoelen van den korpschef, den brigade- en den divisiecommandant. Deze promotiestaten vullen dus als het ware de conduitelijsten aan. Tot het bij elke groote jaarlijksche inspectie, door den regiments commandant aan den inspecteur in te dienen periodiek behoort al verder een voordrachtstaat voor de decoratie met de Leopoldsorde en tot bevordering in die orde. Op dien staat komen slechts voor de namen en voornamen der voorgedragenen, rangen, aantal dienstjaren, veldtochten en decoratiën en eindelijk de motieven der voordracht. Bij het opmaken van dien staat geldt het voorschrift „que les „chefs de corps et les generaux apporteront une grande réserve dans „l'établissement de ces propositions et que celles, qui s'écarteraient „de cette reserve ne seront pas transmises par les généraux inspecteurs." De inspecteur met andere woorden schrapt op deze lijsten hen, die het naar zijn inzicht niet verdienen. J. A. Yink.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 549