45
Verwijst den Staat in de kosten en misen der justitie, mitsgaders
in die van den processe, in beide instantiën gevallen.
Aldus gedaan en gesententieerd op heden Vrijdag den dertienden
April 1800 vier en negentig bij de Heeren, enz.
Naschrift.
Aan de mededeeling van bovenstaande uitspraken, waaruit voor de
zooveelste maal blijkt hoe weifelend de Indische jurisprudentie is
omtrent het onderwerpelijk vraagstuk, komt het ons niet ondienstig
voor eenige beschouwingen vast te knoopen omtrent den aard en de
bijzondere kenmerken der strafbare dienstweigering
De op dat misdrijf betrekking hebbende wetsvoorschriften luiden
als volgt:
Crimineel Wetboek. Art. 80. De subordinatie is het wezen en de ziel
van den militairen dienst. Elk militair derhalve is verplicht,
in den dienst de orders hem gegeven door dengenen, die
hoven hem gesteld is, terstond en zonder daartegen te re
deneeren, te gehoorzamen en getrouwelijk te volbrengen
behoudens het recht, om wanneer hij zich door die orders
bezwaard vindt, daarna zijne klachten in te brengen.
Art. 95. Elk militair, die in eene affaire tegen den vijand,
of in eene plaats, welke dadelijk belegerd of berend is, uit
drukkelijk weigert, of opzettelijk nalaat, de orders van den
genen, die boven hem gesteld is, te gehoorzamen of na te
komen, zal met den dood gestraft worden, en wanneer die
misdaad in andere gelegenheden wordt gepleegd, zal hij, zoo
het een officier is, met militaire gevangenisstraf van 115
jaren, of met cassatie met of zonder ontzetting en zoo het
een onderofficier of mindere militair is, met militaire gevan
genisstraf van 1 15 jaren gestraft worden.
Art. 96. Een officier, die in een gevecht met den vijand, of
in eene plaats, welke dadelijk belegerd of berend is, zich slechts
met woorden tegen de orders van zijn superieur verzet, zal
worden gestraft met den dood, met militaire gevangenisstraf
van 115 jaren, of met cassatie met of zonder ontzetting
en zoo het een onderofficier of soldaat is, zal hij in zoodanig