MUTATIËN BIJ HET OFFICIERSKORPS VAN HET
NED.-INDISCH LEGER GEDURENDE DE
MAAND FEBRUARI 1895.
BENOEMD.
Tot adjudant van den Gouverneur-Generaal, de le It. inf. J. C. de Neve.
Gewestelijke en Plaatselijke Staven.
Tot milit. comdt. van Sum. Oostkust, de lt.- kol. J. B. van Heutsz.
Infanterie.
Tot eomdt. der inf. te Magelang, de kol. W. A. Schneider;
tot adjud. bij het le dep. bat., de le It. E. A. van Kappen;
tot adjud. bij het 4e dep. bat., de le It. L. E. H. Peereboom.
Cavalerie.
Tot instructeur der cavalerie van het Mangkoe Negarasche legioen te
Soerakarta, de ritmeester J. A. Baron van Heerdt.
BEVORDERD.
Infanterie,
Tot kol., de It. kols. D. Brakel, L. L. Bedet, J. W. Stemfoort, H. J.
G. Eerzenaar en W. A. Schneider;
tot le lt., de 2e lts. A. Geertsema Beckeringh, A. Kruisheer en J. J.
Munniks de Jong.
Artillerie.
Tot le lt., de 2e It. J. H. C. Castens.
GEPLAATST.
Infanterie.
Bij het le bat., de kap. G. M. P. Scheuer en de 2e lts. P. J. de Roock
en K. P. Doornbos;
bij het 4e bat., de le It. J. A. L. M. Struiken en de 2e It. M. J. C.
W. van Vlierden;
bij het 5e bat., de kap. K. C. W. le Clerq de Courcelles;
bij het 9e bat., de 2e lt. J. van den Berg;
bij het 16e bat., de le It. J. A. L. Roeloffs;
bij het 17e bat., de kap. E. P. J. Geluk;
bij het 18e bat., de le it. T. W. H. H. van Straaten.
Militaire Administratie.
Bij den raad v. adm. van het Sub. Kad. te Batavia, de 2e lt.-kwm.
J, G. Smit;
