MUTATIËN BIJ HET OFFICIERSRORPS VAN HET
NED.-INDISCHE LEGER GEDURENDE DE
MAAND MAART 1895.
BENOEMD.
Departement van Oorlog.
Tot chef van het wapen der infanterie, tevens chef der II Afdeeling
van het Dep. v. Oorlog, de generaal-majoor M. Segov.
Gewestelijke en Plaatselijke Staven.
Tot comdt. der 2e milit. afd. op Java, de generaal-majoor L. Swart;
tot milit. comdt. der Z/O. afd. v. Borneo, de lt. kol. A. H. W. Scheuer;
tot milit. comdt. van Sum. Westkust, de kol. J. W. Stemfoort;
tot milit. comdt. van Lombok, de kol. W. A. Schneider,
Cavalerie.
Tot directeur van het remontedepöt te Poerabaja, de ritm. Jhr. L. J.
de Villeneuve.
BEVORDERD.
Infanterie.
Tot generaal-majoor, de kol. L. Swart;
tot le lt., de 2e lts. A. Ruijsch van Dugteren, J. W. Scholten, A.
Rijkens, F. C. H. Hirschmann, L. Weber, J. P. Hendriks en C. Korfmacher.
Cavalerie.
Tot luit.-kol., de majoor J. A. W. Oxenaar;
tot maj., de ritm. W. F. Stoltenhoff;
tot le lt., de 2e lt. Jhr. H. H. W. Rengers Hora Siccama.
Artillerie.
Tot maj., de kap. G. F. Beer,
Genie.
Tot generaal-majoor, de kol. L. J. Resner;
tot kol., de lt. kol. W. P. H. van Oorschot;
tot le lt., de 2e lts. M. Engers en P. J. J. A. Geesink.
Militaire Administratie.
Tot kap.-kwm., de le lt,-kwm. W. F. H. Schoenmaker.
Generale staf.
Tot generaal-majoor, de kol. J, J. K. de Moulin,
