47 De sub 3 genoemde daadzaak is slechts aan te merken als plicht verzuim, welke geen misdrijf maar eene krijgstuchtelijke overtreding daarstelt, terwijl de sub 2 vermelde alleen dan een misdrijf oplevert, wanneer zij in tijd van oorlog wordt gepleegd. In tijd van vrede is zij ook slechts eene overtreding tegen de krijgstucht, strafbaar, naar gelang van omstandigheden, ingevolge art. 16 of volgens art. 27 R. K. Wat de sub 1 genoemde uitdrukkelijke, opzettelijke ongehoorzaam heid betreft, deze is, volgens art. 95, crimineel strafbaar, wanneer zij wordt begaan a. in eene affaire tegen den vijand of in eene plaats, welke dadelijk belegerd of berend is; b. in andere gelegenheden. Het verschil tusschen artikel 95 C. W. en artikel 10 R. K. berust dus blijkbaar niet op het min of meer gewichtige der nagelaten dienstverrichting, maar op het al of niet aanwezig zijn van opzet bij de nalatigheid. Zoodra met opzet wordt gehandeld, is altijd art. 95 C. W. toe passelijk; art. 10 R. K. daarentegen alleen wanneer zonder bepaald opzet, doch uit loosheid of onachtzaamheid eenige dienst wordt verzuimd. Omtrent de beteekenis der uitdrukking „in andere gelegenheden" voorkomende in art. 95 C. W., is de jurisprudentie zich lang niet altijd gelijk gebleven. Bij een arrest van 8 Juni 1832 beslistte het Belgische H. M. O., dat de weigering om op de exercitie te komen niet strafbaar was volgens art. 95, maar volgens art. 10 en 27 R. K. Evenzoo werd, bij een later arrest van 9 November 1832, aangenomen, dat met de uitdrukking „in andere gelegenheden" verstaan moet worden, de weigering om te gehoorzamen aan orders gegeven in den dienst bij militaire operatiën buiten tegenwoordigheid van den vijand of wanneer, in oorlogstijd, de troepen onder de wapenen zijn tot het verrichten van eenigen dienst, patrouilles worden uitgezonden, posten moeten worden bezet tot handhaving van orde enz. De toepasselijkheid van art. 95 in vredestijd was dus daarbij ge heel uitgesloten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 58