55 „Hier uijt kan men a contrario sluijten, dat geen officier sal tot aijnen dienst eenigen soldaat gebruijcken," terwijl in de korte verhan deling e over de Gehoorzaamheiddie een soldaat in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden zijn Bevelhebberen moet bewijzen van Mr. Joh. Jae. van Hasselt, hieromtrent o.a. voorkomt„In voege dat een soldaat dan alleenig verplicht is te gehoorzamen, wanneer hem ieds word geboden den dienst van het Land concernerendedog „niet in zaken, die tot eigen profijt en utiliteit van een officier „alleenig gehoren." Maar al staat het ook vast, dat gehoorzaamheid alleen verschul digd is in „dienstzaken"omtrent de beteekenis van wat „als bevel gegeven in dienstzaken" moet worden aangemerkt, loopen de meeningen zeer uiteen. Sommigen zijn van oordeel, dat art. 95 C. Wniet toepasselijk is bij het weigeren van zekere diensten, als: oefeningen, appèls, inspecties en corveën, als zijnde verrichtingen buiten den eigenlijken dienst en alleen strekkende om tot den dienst geschikt te maken (cf. arrest Belgische H.M.G. 28 October 1834). Anderen daarentegen meenen, dat vermits art. 95 geen onderscheid maakt in den aard der gegeven orders, deze alle, zonder onderscheid, zoodra zij slechts beoogen de uitvoering van een dienst van welken aard ook, of zoodra de niet-nakoming daarvan nadeel aan den alge- meenen gang van den dienst kan veroorzaken, gehoorzaamd moeten worden, op poene van de daarbij bedreigde straf. (1) Met deze laatste zienswijze kunnen wij ons het best vereenigen. Het onderscheid tusschen eigenlijke dienstverrichtingen en verrich tingen, welke slechts als voorbereiding tot den dienst zijn aantemerkeu, komt ons willekeurig voor. Uit niets blijkt dat zulks in de bedoeling van den wetgever heeft gelegen. Integendeel, gelijk reeds hierboven werd aangestipt, is het op goede gronden aan te nemen, dat niet in den aard van den te verrichten dienst, maar in het al of niet aanwezig zijn van opzet bij de weigering, het verschil gezocht moet worden tusschen de ciimi- neele en de disciplinaire ongehoorzaamheid. i (1) Gr. J. W. Koolemans Beijnen. Loco citato.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 66