73 -
niet verlaten anders dan als scherpschutter op de beide genoemde
schietwapens en meester in het schermen.
Deze onze overwegingen klemmen te meer. nu een paar jaar geleden
in Indië onze eenige schietschool opgeheven werd en wel beschouwd dus
voortaan elk luitenant der infanterie van het Indisch leger, die in Neder
land vertoeft en niet ziek is, aan de schietschool te 's Hage zijne ballistische
kenuis en bedrevenheid in gymnastiek en schermen dient te vermeerderen,
opdat, met die speciale kennis in Indië teruggekeerd, van hen ten bate
der soldaten, de meest vruchtdragende instructie uitga en alzoo het nut
der door ons bedoelde detacheeringen in weinig jaren tijds de gansche
Indische infanterie doortrekke.
Met de nieuw benoemde artillerieluitenants die voor het Indisch leger
bestemd zijn, dient op gelijke wijze een schietcursus in het kamp van
Oldenbroek gehouden te worden, terwijl uit den aard der zaak ook voor
hen geldt onze eisch, dat zij scherpschutter op de revolver en meester op
sabel en degen zijn.
Dit laatste dient gemeen-goed te zijn van ieder officier, onverschillig
bij welken dienst of bij welk wapen hij zij geplaatst.
Paart vervolgens aan den door ons bedoelden maatregel, de Minister
van Koloniën het nut, om in de allereerste plaats voor medegeleiders van
detachementen suppletietroepen, terugJceerende verlofgangers aan te
wijzen, waardoor de voor het Indisch leger nieuw benoemde luitenants
hunnen aan de schietschool mee te maken (4 a 6 maandelijkschen) cursus
niet zullen behoeven te onderbreken, dan zal het Indisch leger van
lieverlede in het bezit geraken van een korps officieren, bekwamer dan
zulks nu reeds het geval is.
II. De Koloniale reserve.
Wanneer ooit een tijdstip a propos kwam, om de levensvatbaarheid al
dan niet onzer te Nijmegen gelegerde Koloniale Reserve aan te toonen,
was het voorzeker de jongste Septembermaand.
Onze te Lombok gedecimeerde Indische troepenmacht vroeg krachtige
en dadelijke hulp en
onze Koloniale Reserve wist in eene maand tijds ongeveer 320 man
bijeen te brengen.