76 eene lezing hier te lande houden ten genoege van de „Vereeniging ter bevordering der Krijgswetenschap" over de Nederlandsche schat kamers der krijgsgeschiedenis. Deze lezing is niet de eerste schrede, welke deze hoofdofficier zet op dat nog in velerlei opzicht braak liggend veld, aangezien op zijn initiatief reeds gedurende een paar jaren in eenige daartoe uitgeko zen garnizoenen eenige Nederlandsche officieren de archieven van het provinciaal-en gemeentebestuur doorsnuffelen, om belangrijk krijgs geschiedkundig nieuws op te duiken. Hetzelfde dus, wat tegenwoordig de infanteriekapitein Louw en op meer ethnografisch terrein nu 15 jaar geleden de kapitein van Staden ten Brink in Uederlandsch-Indië heeft gedaan. Het komt ons intusschen voor, dat in Indië op dit gebied veel te weinig wordt gewerkt. De archieven van vele civiele en militaire bestuurders der verschil lende gewesten bevatten, naar het zich denken laat nog zeer veel belangrijks, dat, zoo men het niet spoedig uit die pépinières van mieren en ander papieretend gedierte weghaalt, het binnen weinig jaren voor altijd zal verloren zijn. Zoo las ik indertijd te Padang-Pandjang ('tis al heel wat jaren geleden) enkele belangrijke documenten omtrent den opstand in Ba- tipo in 1841 en herinner ik mij nog levendig een karakteristieke dagorder van den generaal Michiels, waarin een officier aan de kaak gesteld werd, die met het commando over Fort van der Capelleu beiast, deze benting lafhartig verlaten had. Die dagorder zou ook nu nog eene welsprekende getuigenis kun nen afleggen van het „betrekkelijk" gemak, waarmeê men in de ver schillende commando's over bezettingen in die dagen, scheen te kunnen voorzien. De Inlandsche sergeant Troenosemito was commandant van Bondjol en Kariostiko bv. over de zooveel Kota'shun hanepooten op die dagorder, ten bewijze dat ze de order gelezen hadden, waren te nau- wernood te ontcijferen, maar toonden intusschen toch aan, dat zij een weinig de schrijfkunst verstonden. Zoo zal er allicht ook in de archieven van vele korpsen van het leger, men denke bijvoorbeeld eens aan die van het 3e en 12e ba-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1895 | | pagina 87